Mieke Bus

120 Chapter 8 diagnostiek volgens de respondenten. De twee technieken die zich richtten op real time informatie over tumor karakteristieken waren een stuk minder bekend onder urologen. Om de potentie van toekomstige applicatie van optische diagnostische methoden te bep- alen voerden we een systematische review van de literatuur uit in Hoofdstuk 3 . We bes- tudeerden de beschikbare literatuur van vijf optische technieken: NBI, PDD, IMAGE1 S™, OCT en CLE. De literatuur werd beoordeeld volgens de QUADAS en IDEAL standaard. Slechts vier artikelen waren beschikbaar voor kwaliteitsbeoordeling. Deze artikelen toonden alle een hoog niveau van bewijs maar een laag niveau volgens de IDEAL standaard. NBI en IMAGE1 S™, verbeteren contrast van de mucosa en vaatstructuren om zo tumorde- tectie te optimaliseren. Een eerste in-vivo studie waarbij NBI onderzocht werd liet veelbe- lovende resultaten zien. Er waren op het moment van de literatuurstudie nog geen studies over IMAGE1 S™, gepubliceerd. PDD gebruikt fluorescentie om tumor visualisatie te optimal- iseren. Doordat het licht uit de ureterorenoscoop tangentieel op het weefsel valt, is er een verhoogd risico op een vals positieve uitslag. OCT maakt hoog resolutie dwarsdoorsnede beelden en geeft hiermee informatie over tumor graad en tumor stadium. Een pilotstudie gaf eerste hoopvolle resultaten over de diagnostische accuratesse van OCT. CLE maakt ultra- hoge resolutie microscopie van weefsel mogelijk wat resulteert in beelden van de cellulaire structuren. Door beperkingen van de huidige techniek wordt CLE nog niet in-vivo toege- past in de hoge urinewegen. Hoewel de besproken technieken hoopvol zijn moet er meer onderzoek verricht worden, voordat ze succesvol toegepast kunnen worden in de hoge urinewegen. In het tweede deel van dit proefschrift richtten wij ons op het gebruik van OCT in de hoge urinewegen. OCT is het optische broertje van echografie, waarbij er in plaats van terug- kaatsing van ultrageluid gebruik wordt gemaakt van lichtweerkaatsing. Door verschillen te detecteren tussen het uitgestraalde licht en het teruggekaatste licht, kunnen hoog resolutie beelden gemaakt worden, waarin verschillende onderliggende weefsellagen te onderschei- den zijn. Lichtverstrooiing geeft afname van het OCT signaal in de diepte en limiteert de afbeeldingsdiepte tot ongeveer 2mm. De verzwakking van het OCT signaal kan gekwanti- ficeerd worden door de attenuatie coëfficiënt (µ oct [mm -1 ]). Door gebruik te maken van deze attenuatie coëfficiënt kan er in-vivo onderscheid gemaakt worden tussen weefseltypen. Tijdens carcinogenese vinden er verschillende veranderingen plaats in de cellulaire architectuur. Dit resulteert onder andere in een toegenomen nucle- us-cytoplasma ratio en toegenomen hoeveelheid mitochondriën. Deze samenstelling van de cellulaire organisatie bepaalt de lichtverstrooiingseigenschappen van het weefsel. Daarom stelden wij de hypothese op dat het tumorstadium bepaald kan worden op basis van beeldbeoordeling van tumoren en dat de tumorgradering correleert met µ oct .

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw