Els van Meijel

140 Chapter 9 | Samenvatting en 40%meisjes) Het resultaat werd vergelekenmet dat van 3 maanden na het ongeluk bij 147 kinderen (8-18 jaar). De prevalentie van PTSDwas 11.6% na 3 maanden en 11.4% bij de follow-up. Uit de resultaten bleek een substantieel verschil tussen kinderen met en zonder PTSD in het voorkomen van blijvende lichamelijke beperkingen. Dit is een indicatie voor een verband tussen PTSD en blijvende lichamelijk beperkingen. In ons onderzoek werd geen verband gevonden tussen acute pijn, traumageschiedenis, nieuwe traumatische gebeurtenissen en lange termijn posttraumatische stress. Onze resultaten toonden aan dat de prevalentie van PTSD op de lange termijn vergelijkbaar is met die op de korte termijn. De lange termijn PTSDwas gerelateerd aan een nieuwe traumatische gebeurtenis of aan het ongeluk. Een klein aantal kinderen rondde na het ongeluk een psychotraumagerichte behandeling af. Bij het follow- up onderzoek hadden zij nog steeds geen of weinig klachten, in tegenstelling tot degenen die geen behandeling hadden gehad of met de behandeling gestopt waren. Een aanzienlijk aantal kinderen rapporteerde blijvende lichamelijke beperkingen, voortdurende lichamelijke problemen en negatieve gevolgen voor hun opleiding, sociale leven en toekomstplannen. De lange termijn PTSD kan te maken hebben met het feit dat de lichamelijke beperkingen ontstaan in de adolescentie, de periode waarin veelal toekomstplannen worden gemaakt. De consequentie kan zijn dat adolescenten met blijvende lichamelijke beperkingen meer risico lopen op PTSD. Er is vervolgonderzoek nodig, bij voorkeur in een grotere steekproef, omdeze hypothese en andere mogelijke verklaringen voor het verband tussen blijvende lichamelijke beperkingen en PTSD te testen. Lange termijn posttraumatische stress bij ouders na het ongeluk van hun kind In Hoofdstuk 5 worden de resultaten van een onderzoek naar posttraumatische stress bij de ouders beschreven. Letsel door een ongeval bij kinderen heeft ook gevolgen voor de ouders; zij lopen het risico op PTSS. PTSS bij de ouders kan van invloed zijn op de adaptie van het kind na het ongeluk en kan het risico op PTSS bij het kind vergroten. PTSS werd 2-4 jaar na het ongeluk gemeten bij 69 ouders (T2) en vergeleken met de meting van 3 maanden na het ongeluk bij 135 ouders (T1). De kinderen waren 8-18 jaar ten tijde van het ongeluk. Op T1 was de prevalentie van PTSS 9,6% en op T2 was het 5,8%. Van de 13 ouders met PTSS op T1 namen er 9 niet deel aan het

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0