215 Nederlandse Samenvatting welzijn. Het is daarom belangrijk om de rol van het individu in dit proces centraal te stellen, dat wil zeggen, een ‘bottom-up’ benadering te hanteren. Vooral als het gaat om het reguleren van persoonlijke en vluchtige bronnen zoals fysieke en mentale energie, betoog ik dat een individuele en proactieve benadering essentieel is. Het hoofddoel van dit proefschrift is dan ook het introduceren en onderzoeken van een gedragsfenomeen dat ik ‘proactive vitality management’ noem – gedefinieerd als ‘individueel, doelbewust gedrag dat gericht is op het reguleren van fysieke en mentale energie om optimaal functioneren op het werk te bevorderen’. De verschillende onderzoeken die worden beschreven in dit proefschrift dragen bij aan een beter begrip van een proactive vitality management, vanaf hier afgekort tot ‘PVM’. De doelstellingen van dit proefschrift kunnen worden samengevat in drie onderzoeksvragen die op elkaar voortbouwen. Deze onderzoeksvragen worden beantwoord met behulp van acht empirische studies die in de verschillende hoofdstukken van dit proefschrift zijn beschreven. Kortweg leveren de studies uit dit proefschrift kennis op over de conceptualisatie van PVM, hoe PVM gemeten kan worden, welke processen PVM in gang zet, hoe effectief PVM is, en voor wie en wanneer dat (met name) het geval is. Hieronder volgt een korte samenvatting van de belangrijkste bevindingen aan de hand van de drie onderzoeksvragen. Onderzoeksvraag 1: Hoe kunnen we PVM conceptualiseren en dit gedrag op een betrouwbare manier meten? Om PVM te conceptualiseren, heb ik verschillende literatuurstromen geïntegreerd en verder ontwikkeld om het te introduceren als ‘individueel, doelbewust gedrag gericht op het reguleren van fysieke en mentale energie om optimaal functioneren op het werk te bevorderen’. In lijn met de belangrijkste kenmerken van proactief gedrag zoals vastgesteld door Parker et al. (2010) gaat het bij PVM om zelfstartend gedrag dat inherent veranderingsgericht en toekomstgericht is. Mensen kunnen dus doelbewust acties initiëren die gericht zijn op het beheren van hun vitaliteit voor het werk op basis van hun eigen situationele behoeften en persoonlijke voorkeuren. Volgens het theoretische kader van proactieve motivatie ontwikkeld door Parker et al. (2010), kunnen mensen ofwel zichzelf ofwel de situatie veranderen om hun doelen te bereiken. Echter, bestudeerde voorbeelden van proactief gedrag in een organisatorische context, zoals job crafting (Tims et al., 2012; Wrzesniewski & Dutton, 2001), voice (LePine & Van

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw