Anne Musters

167 Nederlandse samenvatting Deel I - Adaptieve immuunrespons op plaatsen van ontsteking Deel I beschrijft het gedrag van de adaptieve immuunrespons op verschillende plaatsen van ontsteking tijdens RA. We hebben de eerdergenoemde NGS-technologie gebruikt om kwantitatief vast te stellen of verschillende T-celklonen het inflammatoire infiltraat domineren op verschillende plaatsen van ontsteking bij RA, d.w.z. in bloed, synoviaal weefsel en synoviaal vocht (Hoofdstuk 2). Daarnaast werden verschillende gewrichten en verschillende locaties binnen één gewricht vergeleken. Verder hebben we geanalyseerd in hoeverre deze verschillende compartimenten dezelfde dominante T-celklonen delen. We toonden aan dat RA-synovitis wordt gedomineerd door uniforme, systemische T-celreacties. Binnen één enkele patiënt wordt synoviale ontsteking in meerdere gewrichten gedomineerd door een beperkt aantal geëxpandeerde TCR-klonen, zelfs wanneer deze klonen niet dominant aanwezig waren in perifeer bloed. Omdat T- en B-cellen nauw op elkaar inwerken in adaptieve reacties, zijn we daarna verdergegaan met onderzoeken in hoeverre verschillende gewrichten ook dominante B-celklonen delen, door dezelfde bovengenoemde compartimenten te bestuderen (Hoofdstuk 3). We toonden aan dat dominante B-celresponsen ook gedeeld worden: binnen dezelfde patiënt werd een beperkt aantal geëxpandeerde B-celreceptorklonen teruggevonden in het ontstoken synoviale weefsel en vocht in verschillende gewrichten. We concluderen dat BCR-klonale responsen bij RA mogelijk meer gelokaliseerd zijn dan TCR-klonale responsen, wat wijst op antigeen-selectieve instroom, B-celproliferatie en/of rijping. B-cellen in het synoviaal vocht kunnen de dominante BCR-klonen van het synoviaal weefsel adequaat vertegenwoordigen, in tegenstelling tot T-cellen. Gezamenlijk suggereert de aanwezigheid van gedeelde B- en vooral T-cellen in verschillende gewrichten van dezelfde patiënt dat, in RA, methodes gericht op het ontwikkelen van antigeen-receptorspecifieke behandeling met als focus lymfocytenklonen mogelijk zijn als alternatief voor meer gegeneraliseerde immunosuppressieve behandelstrategieën. Deel II - Behandelingsopties in vroege stadia van reumatoïde artritis Het tweede deel van dit proefschrift (Deel II) richt zich op de vroegste stadia van RA (d.w.z. de risicofase, de fase van klinisch stille auto-immuniteit, klinisch verdachte artralgie en ongedifferentieerde artritis), aangezien vroege interventie bij risicopersonen in theorie het potentieel heeft om het begin van de ziekte te vertragen of zelfs te voorkomen. Dit leidde tot een uitgebreide systematische literatuurstudie om een volledig overzicht te krijgen van alle preventieve strategieën die worden toegepast op risicopersonen, rekening houdend met alle onderzoeken die tot nu toe zijn uitgevoerd en lopende klinische onderzoeken, evenals patiëntperspectieven om de haalbaarheid van deze soorten interventies te begrijpen (Hoofdstuk 4). A

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw