Anne Musters

169 Nederlandse samenvatting gende toename van niet-gemuteerde BCR-klonen in de loop van de tijd, wat duidt op herstel van het BCR-repertoire na repopulatie van B-cellen. Dit herstel van het repertoire is het best zichtbaar tussen 6 en 12 maanden na rituximab-infusie. In de DOMINO-studie konden in het perifere bloed geen BCR-repertoire-gerelateerde parameters worden onderscheiden die mogelijk verband houden met de ontwikkeling van RA. Het BCR-repertoire bleek in de loop van de tijd erg onstabiel te zijn, met dominante klonen die voortdurend van tijdpunt tot tijdpunt veranderden. Bovendien konden er geen verschillen in dominante BCR-klonen worden gevonden bij het vergelijken van individuen die uiteindelijk RA ontwikkelden met mensen die geen RA ontwikkelden. We vonden echter in de fenotypische analyse dat zodra dominante klonen, bij screening of baselinebezoek, na verloop van tijd verdwenen, ze leken te “switchen” naar een memory-B-celfenotype met een lagere frequentie. In het laatste hoofdstuk (Hoofdstuk 7) worden alle bevindingen van dit proefschrift besproken in een breder perspectief met relevante klinische implicaties en mogelijke toekomstperspectieven. A

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw