Albertine Donker
Chapter 11 374 hoeveelheid lichaamsijzer weg te filteren, hebben we daarom ratio’s berekend tussen de hoeveelheid hepcidine en de hoeveelheid lichaamsijzer. Na deze correctie zien we dat het hepcidine gehalte ten opzichte van de hoeveelheid ijzer in het lichaam duidelijk lager is bij kinderen ouder dan 12 jaar. Het lijkt er dus op dat de afstelling van de ijzerthermostaat afhangt van de leeftijd van het kind. Mogelijk is het relatief lage hepcidine gehalte bij oudere kinderen het gevolg van de remmende invloed van de geslachtshormonen op de productie van het hormoon. Het gevolg is in ieder geval dat bij een puber de ijzerpoorten wijd open staan en dat is natuurlijk nuttig met het oog op de enorme groeispurt die een adolescent doormaakt. Opvallend genoeg vinden we bij jonge kinderen relatief hoge hepcidine waarden ten opzichte van de hoeveelheid lichaamsijzer, vergelijkbaar met de waarden die we vinden bij volwassenen. Terwijl een jong kind relatief nog harder groeit dan een adolescent; in het eerste levensjaar neemt het gewicht toe met een factor 3, van 3 kg tot 10 kg, en de lengte met een factor 1,5, van 50 cm tot 75 cm. Waarom zou het hepcidine gehalte ten opzichte van de hoeveelheid lichaamsijzer relatief hoog zijn bij jonge kinderen? We kunnen hier natuurlijk alleen maar over speculeren, maar mogelijk heeft het iets te maken met de afweer en de kans op infecties. Zoals we uitleggen in de inleiding zorgt een hoog hepcidine gehalte ervoor dat het ijzer in de macrofagen blijft zitten en niet in de bloedbaan terecht komt. Dit is nadelig voor bacteriën die binnendringen in de bloedbaan en die voor hun overleving afhankelijk zijn van ijzer. Een relatief hoog hepcidine gehalte heeft dus mogelijk een functie bij de bescherming tegen infecties, waar met name jonge kinderen erg vatbaar voor zijn omdat het afweersysteem nog onrijp is aan het begin van het leven. Hier komt dus weer de battle for iron om de hoek kijken, waar we eerder al over schreven. Een belangrijke kanttekening is overigens dat we in onze studie relatief weinig jonge kinderen hebben kunnen includeren. Vervolgonderzoek is dan ook zeker nodig om bovenstaande bevinding te bevestigen dan wel te ontkrachten. De ratio tussen ijzer in het bloed en het hepcidine als diagnostische test voor IRIDA Zoals we schreven in de inleiding komt bloedarmoede door een ijzergebrek ontzettend veel voor. Bij de meeste mensen is daar een voor de hand liggende verklaring voor, zoals een vegetarisch of veganistisch dieet of bloedverlies door een poliep in de darm. Sommige mensen hebben een IRIDA door een defect in het TMPRSS6 gen waardoor de ijzerthermostaat niet goed functioneert en het
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0