Sarah Bos

136 APPENDICES Nederlandse samenvatting Introductie In dit proefschrift wordt het bloedstollingsysteem (hemostase) van patiënten met leverziekten in detail bestudeerd en omschreven. Hierbij is er zowel laboratorium als patiëntgebonden onderzoek verricht. Ook is er in samenwerking met Kings College Hospital in London onderzoek gedaan naar het effect van stollings-en antistollingsmedicijnen in het bloed van patiënten die of een grote lever operatie, een alvleesklier operatie of een levertransplantatie ondergingen. Patiënten met een gevorderde leverziekte waarbij litteken vorming van de lever optreedt (cirrose) hebben zowel een grotere kans op bloedingen als op trombose. Deze complicaties kunnen spontaan ontstaan of als gevolg vanmedische ingrepen. In de kliniek is het voor de behandelend arts soms lastig om voor de individuele patiënt het juiste middel in de juiste dosering te kiezen om stolsels dan wel bloedingen te behandelen of te voorkomen. Er is duidelijke vraag naar helderheid op dit vlak, helaas is er weinig onderzoek dat alle vragen hieromtrent goed kan beantwoorden. Een richtlijn waarbij indicatiestelling, keuze van medicament en adequate dosering aan bod komen is zeker gewenst. Bij patiënten met cirrose hebben we ook nog te maken met de veranderde klaring van het medicijn door gedeeltelijke klaring en of omzetting van medicijnen door de lever zelf. Om tot een gedegen advies te komen, moeten we eerst weten of de groep patiënten met cirrose onafhankelijk van de oorzaak van hun cirrose vergelijkbare veranderingen hebben in hun hemostase. In hoofdstuk 2 wordt in detail het hemostatische profiel beschreven van patiënten die door verschillende ziekten cirrose hebben ontwikkelt. Van patiënten die cirrose hebben door vervetting van de lever (NASH) en galwegzieken is het bekend dat zij vaker trombose ontwikkelen dan patiënten met cirrose door andere oorzaken. Om dit te begrijpen hebben we een groep van 109 patiënten met cirrose door verschillende oorzaken onderzocht en tevens 44 gezonde personen. In deze groep hadden 23 patiënten NASH, 31 galwegziekten, 37 alcoholische leverziekte (ASH) en 18 virale leverziekte. Patiënten met een kwaadaardigheid werden uitgesloten omdat deze patiënten door de kwaadaardigheid al een verhoogde stollingsneiging hebben. Er zijn enkele laboratoriumtesten gedaan die veel in de kliniek gebruikt worden, maar ookmeerdere uitgebreidere laboratoriumtesten die de hemostase grondiger en meer accuraat reflecteren. Als we het hebben over hemostase delen we dat vaak in drie onderdelen in, namelijk de primaire hemostase, secundaire hemostase en de tertiaire hemostase.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0