Ben van der Hilst

103 5 Methode Teamgericht organiseren TOS. Om te onderzoeken of dit inderdaad het geval is, is een uitgebreide itemlijst samengesteld van kenmerken van de TOS (zie bijlage A). Aan schoolleiders van vijf- tien scholen uit po, vo en mbo, geworven in het eigen netwerk, is gevraagd aan te geven in hoeverre de items van toepassing zijn op hun school. Alle vijftien scholen scoorden zeer laag op de itemlijst: de scholen vertonen vrijwel geen enkel kenmerk van de TOS. De itemlijst is ook ‘geijkt’ bij een school (later in deze studie opgenomen als casestudy), waarvan bekend is dat deze een organisatiestructuur heeft (de school spreekt van een unitstructuur ), die veel overeenkomsten met de TOS vertoont. Deze school scoort inderdaad vrijwel maximaal op de itemlijst. Blijkbaar zijn de waarden van de onafhankelijke variabele (de TOS) dichotoom verdeeld: een school heeft een TOS of heeft er geen. Een beetje TOS bestaat blijkbaar niet. Maar tegelijkertijd wordt ook geconstateerd dat de nominale waarden ongelijkmatig verdeeld zijn: er is vrijwel geen school die een TOS heeft. Daarmee vervalt de mogelijkheid van een cross-sectioneel correlatieonderzoek naar het verband tussen TOS en de kwaliteit van het onderwijs. Een extra overweging om deze onderzoeksroute te verlaten is gelegen in het feit dat verklaring van de werking van het model, verbetering van het model en verbetering van de presentatie ervan ook tot de ambities van de onderhavige studie behoren. Met een correlatie-onderzoek kunnen deze beoogde kwaliteitsverbeteringen van het model niet bereikt worden. Complexiteitsbenadering Bij een tweede, geheel andere benadering van de on- derzoeksstrategie wordt de school als complex systeem beschouwd. De kwaliteit van het onderwijs en de wendbaarheid van de school zijn dan macroscopische uitkomsten van talloze interacties tussen actoren binnen en buiten de school. Binnen de com- plexiteitstheorie is dit proces van emergentie per definitie onvoorspelbaar. Oorzaak en gevolg zijn niet lineair verbonden. Onderzoek in een complex systeem richt zich (bijvoorbeeld met behulp van de narratieve onderzoeksmethode) op de lokale inter- acties tussen de actoren met als onvermijdelijk neveneffect dat deze interacties door het onderzoek en de onderzoeker beïnvloed worden (Simon, 2017). De moeilijkheid van deze responsieve complexiteitsbenadering voor het onderhavige onderzoek ligt in het feit dat de complexiteitstheorie niet voorziet in een methodiek voor het on- derzoek van de invloed van systeemkenmerken (zoals de organisatiestructuur) op de aard en inhoud van de lokale interacties. De complexiteitstheorie gaat ervan uit dat deze causaliteit niet bestaat of aangetoond kan worden (Stacey, 2010). Hoewel een school alle kenmerken heeft van een complex adaptief systeem (er doen zich voort- durend allerlei interacties voor tussen leraren, leerlingen, leidinggevenden, ouders en verdere buitenwereld, die op onvoorspelbare wijze tot nieuw handelen leiden), claimt de praktijktheorie over de TOS, dat er een al of niet lineair causaal verband is tussen het invoeren van de TOS en verandering van macroscopische grootheden als kwaliteit en wendbaarheid. Dus, hoewel de complexiteitstheorie wel een interessante beschou-

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0