Ben van der Hilst

105 5 Methode Teamgericht organiseren en dat leraren geïsoleerd van elkaar opereren, leiden tot de veronderstelling dat deze feiten debet zijn aan de traagheid van onderwijsontwikkeling. En vervolgens leidt deze veronderstelling tot de propositie (achteraf bezien: de creatieve sprong) dat wanneer leraren in kleine teams rond de leerling veel verantwoordelijkheden en bevoegdheden krijgen, er meer kans is op innovaties en zorg voor de dagelijkse kwaliteit (Van der Hilst, 1993). Vervolgens is deze propositie getest in een aantal specifieke praktijken van de ontwerper (alfa-testen). Dit heeft geleid tot de TOS met als veronderstelling dat invoering van de TOS het antwoord vormt op het sturingsprobleem. Het initië- le ontwerpproces voor het ontwerpgericht wetenschappelijk onderzoek heeft dus al plaatsgehad. Het ontwerp wordt nu vervolgens in deze studie getest in andere praktijksituaties dan de eigen professionele praktijk van de onderzoeker (bèta-tes- ten). Daarnaast wordt in de literatuur gezocht naar onderbouwing van het model. De (praktijk)kennisontwikkeling in de adviespraktijk loopt daarnaast ook door. Deze drie parallelle vormen van kennisverwerving vinden in een iteratief proces plaats: er is een voortdurende wederzijdse beïnvloeding van de kennisverwerving in de drie lijnen. Het gehele proces van kennisverwerving is in figuur 5.1 schematisch weergegeven, met verwijzing naar de verschillende paragrafen waar verslag gedaan wordt van de ken- nisverwervingsprocessen. Het start met de ervaringskennis opgedaan als leraar en als schoolleider. Daarna is deze kennis verrijkt met praktijkkennis in de opleidings- en adviespraktijk. De term praktijkkennis wordt hier gehanteerd als onderscheid van de eerder opgedane ervaringskennis, omdat het hier niet langer eigen ervaringen met het hanteren van de TOS betreft, maar kennis vergaard wordt uit de ervaringen van anderen en aangevuld wordt met kennis uit de literatuur. Dit vergaren van praktijk- kennis loopt door tijdens het onderzoek, maar nu in nauwe samenhang met een meer systematische zoektocht in de literatuur en onderzoek in de praktijk naar de werking van de TOS. Figuur 5.1 Het proces van kennisverwerving voorafgaand en tijdens het ontwerpgericht onderzoek. Ervaringskennis als leraarenals schoolleider (par4.1 t/m4.4 ) Praktijkkennis alsopleider enalsadviseur (par4.5) Praktijktheorie TOS (par4.6) Iteratief proces Kennisuit relevante literatuur (H7) Kennisuit onderzoek indepraktijk (par6.2 t/m6.5) Praktijkkennis alsadviseur (par6.6) Gevalideerd organisatie- model (H8enH9)

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0