Ben van der Hilst

106 In het iteratieve proces van het ontwerpgericht onderzoek blijven de rol van onderzoe- ker en de rol van ontwerper naast elkaar lopen. Daarnaast is er bij het onderzoek in de praktijk ook nog een derde rol: om het model te (laten) implementeren zijn interventies nodig: de onderzoeker/ontwerper treedt, behalve in de eigen adviespraktijk, ook bij het onderzoek in de praktijk op als adviseur. Het tegelijkertijd uitoefenen van deze verschillende rollen draagt bij aan de verrijking van het ontwerp, maar stelt extra eisen aan het bewaken van de kwaliteit van het onderzoek. Paragraaf 5.6 gaat hier verder op in. Het resultaat van het gehele proces is een gevalideerd en verrijkt organisa- tie-ontwerp waarmee schoolleiders hun school kunnen versterken en daarnaast een bijdrage aan de kennisontwikkeling over het sturen in schoolorganisaties. 5.2 De ontwerpstelling in het ontwerpgericht onderzoek Hoofdstuk 3 eindigt met de aangescherpte formulering van de probleemstelling voor het onderhavige onderzoek: Welke inrichting van de organisatiestructuur leidt tot een zodanige sterkte van de verbindingen in de organisatiestructuur dat het waarschijnlijk is dat kwaliteit, wendbaarheid en werkplezier gewaarborgd zijn? Ontwerpgericht wetenschappelijk onderzoek formuleert de mogelijke oplossing van een probleemstelling als een ontwerpstelling . Voor de formulering van een complete ontwerpstelling wordt de zgn. CIMO-logica (Weber, 2011) voorgesteld: in een bepaalde Context zal deze Interventie vanwege deze Mechanismen leiden tot deze uitkomsten (Outcomes). Met de TOS als veelbelovend ontwerp voor de oplossing van bovenge- noemd vraagstuk luidt een eerste formulering van de ontwerpstelling: In scholen die gekenmerkt worden door zwakke verbindingen tussen de ac- toren (leraren, teams, management), worden door het invoeren van de TOS de verbindingen tussen de actoren zodanig versterkt dat de waarschijnlijk- heid toeneemt van een hogere onderwijskwaliteit, een grotere wendbaar- heid van de organisatie en meer werkplezier van de medewerkers. Het mechanisme dat de verbinding vormt tussen de interventie en de resultaten wordt het generatieve mechanisme genoemd. In deze ontwerpstelling vormt versterking van de verbindingen tussen actoren in de schoolorganisatie het generatieve mechanisme.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0