Ben van der Hilst

107 5 Methode Teamgericht organiseren De ontwerpstelling wordt gevalideerd via testen in de praktijk en via theoretische on- derbouwing. Daartoe moet eerst de ontwerpstelling worden aangescherpt door de begrippen onderwijskwaliteit en wendbaarheid van de organisatie nader te preciseren, want dit zijn minder eenduidige begrippen dan werkplezier . Deze precisering gaat vooraf aan de verdere operationalisering van deze variabelen. Precisering van onderwijskwaliteit De kwaliteit van het onderwijs hangt af van het professioneel handelen van de leraar in de onderwijsleersituatie (o.a Chetty & Friedman, 2011; Wayne & Youngs, 2003). Sturen op de kwaliteit van onderwijs bete- kent dus in de eerste plaats sturen op dit professioneel handelen. In hoofdstuk 2 is al aangegeven dat de mogelijkheid van directe sturing door de schoolleider hierop zeer beperkt is. Verbetering van het professioneel handelen in de onderwijsleersi- tuatie, dat hier wordt aangeduid met professioneel handelen type 1 , wordt voor een belangrijk deel gerealiseerd door handelingen die de leraar verricht buiten de onder- wijsleersituatie. Dit handelen wordt hier aangeduid met professioneel handelen type 2 en omvat onder andere professionalisering, reflectie op het werk, samenwerking en gemeenschappelijke onderwijsontwikkeling met collega’s (zie onder andere Diep- straten et al., 2010; Hargreaves et al., 2011; Rubens et al., 2012). De TOS lijkt vooral dit type 2 professioneel handelen te bevorderen. Het is dus zinvol om, pratend over de professionaliteit of de professie van leraren onderscheid te maken tussen professio- neel handelen type 1 en type 2. Professioneel handelen type 2 duidt op intentioneel gedrag van de leraar om de kwaliteit van het handelen in de onderwijsleersituatie te verhogen. Een goede mogelijkheid om te sturen op de kwaliteit van het onderwijs is het creëren van omstandigheden die het professioneel handelen type 2 bevorderen. Het professioneel handelen type 2 is dus op te vatten als een belangrijke intermedi- ërende variabele tussen het handelen van de schoolleider en de onderwijskwaliteit en een van de beoogde uitkomsten van invoering van de TOS. Dit voorkomt tevens grote methodologische problemen in het onderzoek, omdat de onderwijskwaliteit zelf moeilijk eenduidig gedefinieerd kan worden (zie onder andere Hallinger & Heck, 1998), de onderwijskwaliteit ook afhankelijk is van andere factoren en de effecten van het versterken van het professioneel handelen type 2 pas in een ongewis tijdsverloop na de interventie tot effecten op leerlingenniveau zullen leiden. Op grond van eigen praktijkervaring en literatuur over het handelen van pro- fessionals in het algemeen en over de leraar als professional (zie bijvoorbeeld Beijaard et al., 2004; Burbules & Densmore, 1990; Canrinus, 2011; Demirkasimo ǧ lu, 2010; Ver- biest, 2006) zijn aspecten van het professioneel handelen type 1 en type 2 benoemd. Deze aspecten zijn voorgelegd aan twee focusgroepen van onderwijsdeskundigen (leraren, schoolleiders, adviseurs), hetgeen heeft geresulteerd in de omschrijvingen in tabel 5.1.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0