Ben van der Hilst

111 5 Methode Teamgericht organiseren P1 Scholen waar de TOS niet is ingevoerd, worden gekenmerkt door zwakke verbindingen tussen management, teams, leraren en leerlingresultaten. Hoewel de volgende propositie als inbegrepen in de eerste propositie beschouwd kan worden, wordt toch apart een propositie geformuleerd over de positie van teams in de organisatiestructuur. Omdat daarmee het verschil expliciet wordt gemaakt tussen de gangbare vormen van teamvorming in scholen en de teamvorming die met de TOS beoogd wordt. P2 In scholen waar de TOS niet is ingevoerd, zijn de teams zwak gedefinieerd qua verantwoordelijkheden en bevoegdheden. De proposities P1 en P2 generaliseren de context in de ontwerpstelling (‘in scholen die gekenmerkt worden door zwakke verbindingen…’) naar alle scholen zonder een TOS . In hoofdstuk 3 wordt de geringe wendbaarheid van scholen toegeschreven aan de zwakke verbindingen rond de leraar. Dat leidt tot nog een propositie over scho- len waar de TOS niet is ingevoerd: P3 In scholen waar de TOS niet is ingevoerd, is het innovatiegemak gering. De volgende vier proposities beschrijven de effecten van het invoeren van de TOS: P4 Invoering van de TOS leidt tot meer manifestatie van professioneel handelen type 2. P5 Invoering van de TOS leidt tot meer innovatiegemak. P6 Invoering van de TOS leidt tot verhoging van het werkplezier van leraren. P7 Invoering van de TOS leidt tot meer toevallige professionele ontmoetingen. De hierboven bij figuur 5.2 al aangehaalde belangrijke rol van de schoolleiding wordt verwoord in de volgende propositie: P8 Bij de invoering, het onderhoud en het laten werken van de TOS speelt de schoolleiding een belangrijke (cruciale) rol. Verondersteld wordt dat de effecten die in de proposities 4 t/m 7 benoemd worden, het gevolg zijn van het versterken van de verbindingen binnen het tussen het bestu- ringssysteem en het productiesysteem:

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0