Ben van der Hilst

112 P9 Invoering van de TOS versterkt de verbindingen tussen en binnen het besturingssysteem en het productiesysteem. Deze laatste propositie verwijst naar het generatieve mechanisme van de invoering van de TOS: de effecten worden bereikt omdat de verbindingen versterkt worden. 5.3 Verifiëren van de proposities in de praktijk In deze paragraaf wordt de methode van het onderzoek in de praktijk meer in algeme- ne zin beschreven. De specifieke aanpak bij ieder afzonderlijk deelonderzoek wordt in hoofdstuk 6 vermeld. Het toetsen van de negen proposities is in de volgende vijf deelonderzoeken gedaan. Deze bieden verschillende contexten waardoor iedere propositie tenminste twee keer aan bod komt. Iedere deelstudie bevat meerdere gevalsstudies. De vijf deelonderzoeken Onderzoeksconditie 1: scholen die geen TOS hebben ingevoerd 1. Analyseren van de bestaande organisatiestructuur (focus op P1, P2 en P3). Ten behoeve van dit onderzoek is een eenvoudig analyse-instrument ontwikkeld: het tekenen van het organogram van de organisatie met behulp van een aantal tekenre- gels. Vervolgens wordt aan de hand van dit organogram met schoolleiders en leraren de verschillende verbindingen in het organogram onderzocht en hun betekenis voor de sturing in de organisatie. Deze onderzoeksmethode is toegepast bij scholen in de opleidings-, advies- en onderzoekspraktijk van de auteur. Daarbij gaat het om ruim 150 scholen uit po, vo, mbo en hbo. 2. Onderzoek naar het implementatieproces bij een externe innovatie-impuls (focus op P3). Onderzocht wordt welke rol de organisatiestructuur in mbo scholen speelt bij het im- plementeren van nieuw beleid op het gebied van loopbaanoriëntatie en -begeleiding (lob), dat geïnitieerd wordt vanuit een landelijke projectorganisatie. Bij dit onderzoek zijn 25 mbo-scholen betrokken.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0