Ben van der Hilst

121 5 Methode Teamgericht organiseren De resultaten van het interventie-onderzoek worden beïnvloed door het on- derzoek zelf. Dat is het gevolg van de participatieve benadering (zie 5.3) in dit onder- zoek. Alle deelonderzoeken zijn er ook op gericht om tot verbeteringen voor de school te komen. Dat betekent dat op grond van de interviews bijvoorbeeld verbeteringen in de organisatiestructuur worden aangebracht, die bij een volgende meting tot andere resultaten leidt dan zonder die verbeteringen. Omdat de TOS nauwkeurig omschreven is en de verbeteringen mutaties betreffen die de feitelijke situatie op de scholen dich- ter bij deze ‘ideale’ TOS brengen, hebben de verbeteringen ‘onderweg’ geen negatieve invloed op de betrouwbaarheid. De eenduidige omschrijving van de TOS en het samen trainen van de schoolleiders, die de TOS in hun school invoeren, dragen bij aan de betrouwbaarheid van de resultaten. De combinatie van ontwikkelaar van het model, adviseur en onderzoeker is een krachtige combinatie voor het onderzoek, maar vormt ook een bron voor moge- lijke self serving bias : de adviseur wil graag dat zijn model werkt. Het delen van de resultaten met de scholen ondervangt voor een gedeelte dit gevaar. Scholen hebben niet zozeer een belang bij het slagen van de TOS als wel bij het verbeteren van hun organisatie. Ook een ronde interviews met schoolleiders in aanwezigheid van een ob- servator gaat de bias tegen. Validiteit Het is van belang dat de gevolgde procedures het mogelijk maken om gel- dige uitspraken te doen over de proposities en dus over de werking van de TOS. Daar- voor is borging van de interne validiteit, externe validiteit en constructvaliditeit nodig. Interne validiteit De interne validiteit wordt geborgd doordat de elementen van de ontwerpstelling eenduidig omschreven zijn en de ontwerpstelling in verschillende praktijksituaties gevalideerd wordt. Dat voorkomt rivaliserende verklaringen voor de effecten van de TOS, die mogelijk in een enkel geval een rol spelen (bijvoorbeeld het aantreden van een nieuwe directeur). Ten behoeve van de interne validiteit worden ook de proposities 1 t/m 3 gevalideerd: klopt het dat de organisatiestructuur van scho- len zonder TOS gekenmerkt wordt door zwakke verbindingen en zwak gedefinieerde teams en worden deze scholen gekenmerkt door geringe wendbaarheid? Externe validiteit De externe validiteit wordt ondersteund door onderzoek in meer- dere sectoren en meerdere gevalsstudies in ieder onderzoek. De context in de ont- werpstelling (scholen met zwak gekoppelde actoren) blijkt in alle sectoren hetzelfde. Het generatieve mechanisme van de TOS is versterking van deze verbindingen, het- geen in alle sectoren op eenzelfde wijze gebeurt. Dat hangt uiteraard samen met de grote overeenkomsten in de kernactiviteit van de verschillende sectoren.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0