Ben van der Hilst

130 • Er doet zich een vacature voor in het management, voordat we die invullen, willen we naar alternatieven kijken. • We staan voor grote onderwijskundige veranderingen, hoe passen we daar de organisatiestructuur op aan? • We willen onze sturingsfilosofie onder de loep nemen. Proposities die aan de orde zijn: • P1 Scholen waar de TOS niet is ingevoerd, worden gekenmerkt door zwakke verbindingen tussen management, teams, leraren en leerlingresultaten. • P2 In scholen waar de TOS niet is ingevoerd, zijn de teams zwak gedefinieerd qua verantwoordelijkheden en bevoegdheden. • P3 In scholen waar de TOS niet is ingevoerd, is het innovatiegemak gering. Methode Het betreft een participatief kwalitatief onderzoek. Aan deelnemers wordt gevraagd de organisatiestructuur van hun school te onderzoeken met behulp van het tekenen het organogram van hun organisatie. Het organogram is een representatie van de organisatorische verhoudingen (figuur 6.1). Samen met de verdeling van werk- zaamheden, verantwoordelijkheden en bevoegdheden over de verschillende actoren geeft het organogram een beeld van de organisatiestructuur. Deelnemers zijn indivi- duele schoolleiders of teamleiders, managementteams of panels van leraren of van leraren en een schoolleider. Bij het tekenen van het organogram dienen een aantal tekenregels in acht te worden genomen. Deze tekenregels (zie kader) zijn opgesteld na een aantal verkennende onderzoeken van de organisatiestructuur van scholen. De regels faciliteren het bespreken en vergelijken van organogrammen.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0