Ben van der Hilst

134 b. De organisatiestructuur van de scholen Vrijwel alle organogrammen geven de lijn weer van raad van toezicht, via het college van bestuur en één of (meestal) twee lagen middenmanagement naar leraren, al of niet via teams. Secundaire staffuncties zijn meestal gekoppeld aan het CvB niveau, primaire staffuncties (onderwijscommissie, zorgfunctionarissen, intern begeleider) zijn meestal gekoppeld aan managementlagen daaronder. Het gedeelte van het or- ganogram onder het niveau van locatiedirecteur levert de grootste diversiteit op en levert de deelnemers de meeste moeite op om te tekenen. In ongeveer de helft van de gevallen worden teams in het organogram opgenomen, bij de andere helft besluiten deelnemers dat de teams er niet in thuishoren omdat het actorschap ontbreekt (ze nemen geen besluiten die bindend zijn voor de individuele leden van het team). Maar ook in het geval dat teams worden opgenomen wordt vrijwel altijd melding gemaakt van ambiguïteit in het actorschap. c. Onduidelijkheden in het organogram Bij alle onderzochte scholen vertoont het organogram onduidelijkheden, ambivalen- ties en ambiguïteiten. De positie van teams 7 Alle deelnemende scholen melden dat de school een team- structuur heeft. Maar slechts in ongeveer de helft van de gevallen worden deze teams uiteindelijk in het organogram opgenomen. Aan alle deelnemers is gevraagd of het linker of het rechter plaatje van figuur 6.2 van toepassing is in het organogram van de school. In het linker plaatje is het team een actor : het team neemt besluiten waaraan de leraren, als zij individueel handelen, gebonden zijn. De teamleider stuurt vooral het team als collectief aan. In het rechter plaatje is het team een overlegorgaan en worden de leraren individueel aangestuurd door de teamleider. 7 Het woord ‘team’ wordt hier gebruikt wanneer scholen zelf deze term gebruiken, ongeacht de definitie die zij daarbij hanteren

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0