Ben van der Hilst

Visieontwikkeling Vanuit de landelijke projectorganisatie zijn de projectleiders ondersteund om eerst een visiestuk door het college van bestuur te laten vaststellen. Bij de totstandkoming van dit stuk heeft de projectleider in vrijwel alle mbo-scholen een groep lob-leraren betrokken. In geen enkele mbo-school bevat het visiestuk een visie op de onderwijsorganisatie met betrekking tot lob. Ook geven de visiestukken niet aan wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van lob of hoe de visie tot nieuw gedrag van leraren moet leiden. De meeste projectleiders geven aan dat het visiestuk van de betreffende mbo-school ongeschikt is voor bespreking met leraren, vanwege de uitgebreidheid of het taalgebruik. Het visiedocument wordt wel besproken in het directieberaad en de managementteams van de sectoren of deelscholen. De projectleider is daar niet altijd bij. Opleidingsteam De meeste projectleiders vinden, gezien de visie op loopbaanoriëntatie als geïntegreerd onderdeel van de gehele beroepsopleiding, dat eigenlijk de opleidingsteams de verantwoordelijkheid zouden moeten nemen voor het lob-programma, maar constateren tegelijkertijd dat de opleidingsteams te zwak zijn om eigen beleid te ontwikkelen op dit terrein. Wanneer de deelnemers figuur 6.2 getoond wordt, geven alle deelnemers aan dat de positie van de opleidingsteams voldoet aan het rechter plaatje van deze figuur, ondanks het feit dat het officiële beleid van de betreffende mbo-scholen de teams als duidelijke en belangrijke actor beschouwt. In de meeste van deze 23 mbo-scholen wordt gesproken van zelfsturende, zelforganiserende of resultaatverantwoordelijke teams. Als oorzaken van de zwakte van de teams worden onder andere genoemd de grootte van de teams (het aantal teamleden loopt uiteen van 8 tot 65, met de meest voorkomende grootteorde van 15 tot 25), de onduidelijkheid over de verantwoordelijkheden en bevoegdheden en de als top down ervaren veranderingen die via het management worden ingezet. De teamstructuur in de 23 scholen voldoet volgens de duo’s aan geen enkel kenmerk van de TOS. Opleidingsmanager Hoewel de opleidingsmanagers door de projectleiders wel gezien worden als leidinggevenden van de leraren en de opleidingsteams, is het opvallend dat de projectleiders vaak om de opleidingsmanagers heen opereren. Zij verwachten niet dat de opleidingsmanagers in staat zijn om verbeteringen van lob in te voeren. De projectleiders gaan dan rechtstreeks naar lob-leraren of, in mindere mate, naar de opleidingsteams. Enkele projectleiders zoeken de hulp van de opleidingsmanager om lob geagendeerd te krijgen bij het opleidingsteam. Organisatie van de uitvoerenden van het lob- programma In vrijwel alle mbo-scholen vormt lob een apart onderdeel van het curriculum. Meestal zijn enkele leraren van een opleidingsteam geschoold om lob als vak te geven. In een aantal mbo-scholen is er een groep lob-leraren die buiten de teams om, opererend als een soort expertteam, het lob-onderwijs in de gehele sector of deelschool verzorgt. Opvallend is dat de meeste projectleiders geen verband leggen tussen het streven naar meer geïntegreerd lob-onderwijs en de organisatie van de uitvoerenden. 6 Empirie Teamgericht organiseren 149

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0