Ben van der Hilst

158 basis voor verdere professionalisering. Zij doen regelmatig onderzoek, zowel vanuit de units alsook vanuit de werkplaatsen. “We hebben laatst een onderzoekje opgezet vanuit de werkplaats naar welke basisvaardigheden in het voortgezet onderwijs bij rekenen het meest belangrijk zijn en hebben op grond daarvan dingen aangepast” (leraar). Toen de directeur bemerkte dat er regelmatig nieuwe leraren in de school begon- nen die enthousiast aan de baan begonnen en het systeem omarmden, maar later toch minder goed functioneerden dan verwacht, heeft de directeur een uitgebreid onderzoek gedaan (masterthesis) naar persoonlijkheidskenmerken en vaardigheden, die mogelijk voorspellend zijn voor het succesvol werken op school X. Gevonden werd dat bijna alle leraren van school X bovengemiddeld scoorden op de persoonlijkheids- kenmerken altruïsme en openstaan voor nieuwe ervaringen en op de vaardigheden zelfsturend leren, reflectie en samenwerking. De beter functionerende leraren scoor- den significant hoger op de kleuren wit en groen van de kleurentest van De Caluwé en Vermaak (2006) dan de minder goed functionerende leraren en scoorden significant beter op een kennistest over begrippen van de lerende organisatie. Daarnaast vond de directeur een correlatie tussen het functioneren van de unitleider en het gemiddelde functioneren van de teamleden in de unit. Daarbij voegt de directeur de observatie dat “…de minder goed functionerende unitleider, misschien vanuit onzekerheid, zich meer als leider van het team manifesteert dan de beter functioneren- de unitleiders” (directeur). De leraren vertellen enthousiast over hun werk. Zij constateren dat er hard gewerkt wordt door iedereen in de school, maar dat het werkplezier hoog is. “Ik werk nu meer uren per week dan op mijn vorige school, zit langer op school, maar kom lang niet zo moe thuis als destijds, het werk geeft veel energie” (leraar). “Als je een nieuw idee hebt, wordt er nooit afwijzend gereageerd, je vindt altijd wel iemand die met je mee wil denken, iets uit wil werken in een plan...” (leraar). “We hebben 10 keer per jaar een scholingsbijeenkomst in de avonduren, die data liggen vast, iedereen is er dan, niemand blijft weg, als je hier komt werken, weet je dat die avonden erbij horen en niemand doet daar moeilijk over” (directeur).

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0