Ben van der Hilst

186 In de scholen met al een indeling in bouwen blijft de indeling ongewijzigd. In een aantal scholen wordt direct al gestart met de nieuwe werkwijze, in de andere wordt gewacht op het nieuwe schooljaar. Teamleiders (procesbegeleiders) worden benoemd, door keuze in de bouwteams, via sollicitatie van vrijwilligers of door aanwijzen van de school- leider. Schoolleiders proberen daarbij het verschil duidelijk te maken met de vroegere functie van bouwcoördinator. De schoolleiders rapporteren dat de ontvangst van de TOS geen weerstand oproept in de scholen (tot verrassing van enkele schoolleiders). De schoolleider die de invoering het langst heeft uitgesteld vanwege vermeende oppo- sitie (school E) meldt later dat zij spijt heeft van de vertraging, gezien de direct positie- ve effecten van invoering. Zij meende dat er eerst wat aan de “ politiek-giftige sfeer in het schoolteam” gedaan moest worden, voordat zij met het TOS-plan kon starten. De schoolleiders geven aan dat collectieve verantwoordelijkheid niet alleen voor de leraren maar ook voor henzelf in clusterverband een moeilijk begrip is. Het betekent dat ook verantwoordelijkheid genomen wordt voor elkaars scholen. Zij zien collectieve verant- woordelijkheid in de onderwijsteams als noodzakelijk om de doorgaande ontwikkeling van leerlingen beter te begeleiden (meerdere ogen van verschillende begeleiders). Bo- vendien is dit belangrijk voor de wederzijdse afhankelijkheid in de teams waardoor met meer betrokkenheid met elkaar gewerkt en geleerd wordt. De effecten van invoering van de TOS In tabel 6.5 zijn de scores bijeengebracht op de verschillende items van het conceptueel model, zoals verkregen met de sco- ringslijst van bijlage B. De voor- en nametingen zijn verricht met panels van leraren en schoolleider, bij de tussenmeting hebben alleen schoolleiders en directeuren ge- scoord. Het betreft dus alle inschattingen, die eerst ieder panellid (bij voor- en name- ting) alleen heeft gedaan en daarna in een gesprek in het panel zijn samengebracht tot een panelscore. Tabel 6.5 bevat deze uiteindelijke panelscore. Bij de panelgesprekken blijkt dat de individuele scores vrijwel nooit meer dan een punt van elkaar verschillen. Ook blijkt er weinig verschil tussen de score van de schoolleider en de leraren. Alleen op het item ‘professioneel handelen type 2’ scoort de schoolleider meestal iets lager dan het gemiddelde van de leraren. De cijfers in de tabel moeten met de grootste voorzichtigheid geïnterpreteerd worden vanwege de kleine aantallen, de zelf gerap- porteerde waardes en mogelijke sociale wenselijkheid van scores. Wel kan de tabel benut worden om enkele trends waar te nemen.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0