Ben van der Hilst

202 Werkwijze In alle gevallen wordt gestart met een analyse van de organisatiestructuur. Vervolgens wordt aan de hand van het organogram geëxpliciteerd hoe vanuit bestuur of MT ge- stuurd wordt op de kernactiviteiten van de organisatie en welke sturingsvisie daaraan (impliciet of expliciet) ten grondslag ligt. De ervaren knelpunten worden benoemd en, indien mogelijk, gerelateerd aan de structuur (zie paragraaf 6.2). Bij het zoeken naar oplossingen wordt de TOS als alternatief onderzocht, maar ook andere mogelijke verbeteringen van de organisatiestructuur komen aan de orde, zoals het verminderen van managementlagen of het beter positioneren, qua verantwoordelijkheden en bevoegdheden van teamleiders. Indien een school besluit tot invoering van de TOS volgt vaak een ondersteuningstraject dat zich richt op de schoolleiders, in een enkel geval ook op procesbegeleiders (waarvoor ook een spe- cifieke opleiding is ingericht). Het adviestraject kent bij invoeren van de TOS een fase van voorbereiding van invoering en daarna is er nog enige tijd ondersteuning om erva- ren knelpunten te helpen oplossen. In de eerste fase speelt ontwerpkennis een grote rol, toegepast op de eigen school en in de fase na invoering ligt vaak de focus op het handelen van de schoolleider in de nieuwe structuur en het opsporen van ontwerpfou- ten aan de hand van casuïstiek. Hoewel de ontwerpfase zich goed leent om samen met de leraren het heront- werp te maken (welke leerwegeenheden, welke onderwijsteams, welke expertteams, enzovoort), is het met het oog daarop van belang dat schoolleiders zich eerst zelf de technische vaardigheden rond het ontwerp eigen maken. Daarbij is ook van belang dat schoolleiders duidelijk voor ogen hebben welke problemen zij willen oplossen met het nieuwe organisatiemodel of welke nieuwe doelen zij willen bereiken. Belangrijkste bevindingen Beschrijving van professioneel handelen Vrijwel alle schoolleiders verwelkomen de indeling in en beschrijvingen van profes- sioneel handelen type 1 en (vooral) type 2. Veel schoolleiders wijten moeizaamheid bij onderwijsontwikkeling aan een gebrek aan professioneel handelen type 2 in hun school. Veel scholen kennen echter geen profielschets waaruit duidelijk blijkt wat van een leraar verwacht wordt. Schoolleiders van mbo-scholen verwijzen weleens naar het professioneel statuut, onderdeel van de cao, maar geven ook aan dat het geen levend document is in de scholen. Ontwerpen van de TOS Het maken van een ontwerp kost de schoolleiders moeite. Vaak zit de bestaande on- derwijsorganisatie (roosters en lessentabellen) in de weg, die nog gebaseerd is op de leraar als individuele medewerker. In vrijwel alle gevallen leidt dat tot een suboptimaal

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0