Ben van der Hilst

237 7 Theorie Teamgericht organiseren deze worden gestuurd vanuit leraren. Ze maken vaak onderdeel uit van een vertraag- de feedbackloop. Het afgeleverde product voldoet niet meer aan de actueel vereiste specificaties, maar leraren hebben deze gap nog niet geconstateerd, vanwege hun interne gerichtheid. Deze discrepantie leidt vaak tot grote moeizaamheid en traagheid bij de implementatie van innovaties. De inrichting van de arbeidsorganisatie omvat naast de productiestructuur de inrichting van de sturing op het productieproces, ofwel de besturingsstructuur. De besturingsstructuur moet nauw aansluiten op de productiestructuur (van Amelsvoort, 1989). Indien collectieve verantwoordelijkheid in de teams goed belegd is en de teams in hoge mate zelfsturend zijn, hoeft er binnen de besturingsstructuur minder geregeld te worden voor het productieproces, dan bij het manageralisme waar beheersing en controle belangrijke elementen van de besturingsstructuur en ondersteuningsstruc- tuur zijn. Dat eist volgens Van Amelsvoort andere vaardigheden van de leidinggeven- den: “Het werken met hele taakgroepen (…) vergt andere kwalificaties van lei- dinggevenden in de lijn en de stafdiensten. Van leidinggevenden wordt ver- wacht dat zij op relatief korte termijn deze nieuwe wijze van werken oppak- ken en kunnen aansturen. Indien onvoldoende kwalificaties en potenties op dit vlak aanwezig zijn, stokt het proces van integratie van bestuurlijk vermogen in de hele taakgroep, zodat de organisatievernieuwing mislukt en geleidelijk teruggedraaid wordt” (p. 265). Het management en de ondersteunende diensten kunnen dus in omvang beperkt blijven, maar vervullen wel een aantal belangrijke taken om het werk in de teams te optimaliseren. In de eerste plaats is dat het ontwerpproces zelf van de inrichting van de arbeidsorganisatie, inclusief de ondersteunende diensten en systemen met hun bijbehorend onderhoud. Daarnaast zijn belangrijke verantwoordelijkheden voor het management de zorg voor de visie en missie van de organisatie en de strategie op instellingsniveau (De Sitter, 1990). Conclusies ten aanzien van de proposities De systeemtheoretische benadering van de sociotechniek laat zien dat de toegenomen complexiteit van de klantvraag (na- melijk de ontwikkelbehoefte van de leerling) en de omgeving gepareerd kan worden met vereenvoudiging van de organisatie. Tot nu toe leidt toenemende complexiteit van de klantvraag en de omgeving in onderwijsinstellingen tot toenemende arbeidsde- ling en toenemende complexiteit van de school- en onderwijsorganisatie. De roep om meer maatwerk voor leerlingen wordt vertaald in een complexere onderwijsorganisa- tie: meer keuzevakken en uitstroomprofielen. En de grotere begeleidingsbehoefte van leerlingen leidt tot ingewikkelde zorgsystemen. Vereenvoudiging treedt op door het

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0