Ben van der Hilst

243 7 Theorie Teamgericht organiseren opererende leraren, vertoont een grote weerbarstigheid bij het aanpassen aan nieuwe ontwikkelingen. De schaalvergroting en het manageralisme doen geen afbreuk aan de leraar als ‘koning in de klas’, eerder wordt de arbeidsdeling versterkt. Twee aspecten van de lerende organisatie krijgen in het onderwijs vooral aandacht: • In een lerende organisatie wordt er door individuele medewerkers constant geleerd. Continue professionalisering van leraren wordt steeds meer noodzakelijk geacht om de kwaliteit van het onderwijs te vergroten. • Een lerende organisatie is nodig om de school snel en adequaat aan te passen aan een veranderende context. Teamleren, het centrale begrip in de theorie van Senge, krijgt echter minder aandacht en wordt zeker niet verbonden met de positie van teams in de organisatiestructuur (Kluijtmans et al, 2005). Vanaf de jaren negentig ontstaan opleidingsteams, maar deze worden door docenten niet ervaren als een plek waar geleerd wordt (Keizer, 2015). Ook wanneer er steeds meer evidentie komt dat collectief leren rond de werkplek een krachtige leeromgeving voor leraren vormt, wordt teamleren niet geïnstitutionali- seerd (Bergen, T., & Vermunt, 2008; Diepstraten & Martens, 2010; Veen et al., 2010). De inrichting van krachtige teams zou dus zowel het leren van individuen bevorderen als ook het leren van de gehele organisatie. De transformatie van scholen naar een lerende organisatie wordt in de praktijk echter vooral gezien als een actie van het management, die het leren van leraren individueel en met elkaar moet stimuleren. Een herinrichting van de organisatiestructuur die het leren rond de werkplek verbindt met de dagelijkse werkprocessen en die wordt vormgegeven door een hechte teamstruc- tuur, wordt daarbij niet als interventie overwogen.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0