Ben van der Hilst

249 7 Theorie Teamgericht organiseren besloten liggen, bij zijn handelen respecteert. Deze meer ambachtelijke invulling van het vereiste leiderschap maakt de benodigde paradigmaverandering concreter dan een verandering van leiderschapsstijl. Het laat ook zien dat leiderschap na invoering van de TOS niet anders dan nabij leiderschap kan zijn: de schoolleider kan zijn verant- woordelijkheid voor kwaliteit, wendbaarheid en werkplezier vooral waarmaken door de teams te laten groeien en bloeien met behulp van nabije ondersteuning. 7.7 De school als sociaal complex adaptief systeem Sinds de jaren negentig is er in de organisatiekunde meer belangstelling gekomen voor de theorie van complex adaptieve systemen (cas) (Stacey, 2010). Deze theorie is ontstaan in de natuurwetenschappen, met name in de biologie. Biologische systemen overleven door aanpassing aan de omgeving. Die aanpassing is een eigenschap van het totale systeem, die ontstaat vanuit de talloze interacties tussen subsystemen op microniveau. De veranderingen op macroniveau kunnen echter niet afgeleid worden vanuit de afzonderlijke lokale interacties. Het geheel van interacties, die vaak aan toeval onderhevig zijn, zorgt op onvoorspelbare wijze voor nieuw gedrag op subsys- teemniveau en ook op het niveau van het gehele systeem. Dit verschijnsel wordt emer- gentie genoemd. In een complex adaptief systeem leiden de emergente processen tot aanpassing aan veranderende omstandigheden. Emergentie, dat het vermogen tot aanpassing van het systeem als geheel bepaalt, is onder meer afhankelijk van de wijze waarop de afzonderlijke actoren en subsystemen gegroepeerd zijn ten opzichte van elkaar, de aanwezigheid en kwaliteit van feedbacksystemen, regels en de mogelijkhe- den van informatiestromen binnen en tussen de subsystemen. De vraag is of de cas-theorie toepasbaar is op sociale systemen, zoals scho- len. Het belangrijkste verschil met de biologische systemen is dat in sociale systemen de actoren individuen en groepen zijn die eigen beslissingen kunnen nemen, waaron- der het wel of niet voldoen aan de regels binnen het systeem. Daarnaast geven actoren op eigen wijze betekenis aan de interacties. Ook de interactie over de grenzen van het systeem zijn veelal het gevolg van eigen beslissingen van actoren. Daarom moet voor- zichtigheid betracht worden bij de toepassing van de cas-theorie op organisaties. Om het onderscheid met de cas-theorie aan te geven wordt voor een sociaal systeem (or- ganisaties) gesproken over sociaal complex adaptief systeem (scas) (Keshavarz et al., 2010). De scas-benadering levert een manier op van kijken naar organisaties die kan helpen om de dynamische complexiteit beter te begrijpen: hoe is een verschijnsel op macroniveau terug te leiden tot bepaalde lokale interacties. Uitgangspunt daarbij is niet de sturing op macroniveau, die lineariteiten veronderstelt tot op het microniveau van de

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0