Ben van der Hilst

265 8 Conclusies Teamgericht organiseren in en tussen teams, leidt tot innovaties op het niveau van de gehele organisatie. Dit innovatiegemak wordt gerapporteerd in de interventie-onderzoeken, zij het dat dit nog geen grote innovaties betreft. De voorbeeldschool (school X) heeft een duidelijk innovatief karakter, waarvoor de unitstructuur een goed voertuig biedt. Plannen voor veranderingen komen voort uit de gezamenlijke reflectie op de gemeenschappelijke praktijk en de unit kan direct besluiten over invoering. In de sociotechniek wordt dit de korte feedbackloop genoemd die het taakteam (het onderwijsteam) in staat stelt, samen met voldoende regelmogelijkheden, om snel in te spelen op verstoringen of op veranderingen in de klantvraag (veranderingen in de leervraag van leerlingen). P6 Invoering van de TOS leidt tot verhoging van het werkplezier van leraren. Zowel bij de interventieonderzoeken als bij de invoering van de TOS in adviestrajecten wordt steevast het enthousiasme genoemd waarmee leraren in onderwijsteams aan de slag gaan. Daartegenover staat dat in de adviestrajecten ook gerapporteerd wordt over onzekerheid of ongenoegen bij leraren ten aanzien van hun nieuwe rol en over leraren zijn die liever vasthouden aan een min of meer geïsoleerde positie met focus op de lesinhoud. Bij de meeste invoeringstrajecten wordt gemeld dat de werksfeer voor de invoering al redelijk is en het dus om niet al te grote verschuivingen gaat. Eigenaarschap, samenhangend met eigen beslissingen kunnen nemen als team, is een belangrijke bron voor het toegenomen enthousiasme. De moderne sociotechniek hanteert daarvoor de term ‘motiverende verantwoordelijkheid’. Het vormen van taak- teams met veel regelcapaciteit vormt de kern van het sociotechnisch herontwerp dat toename van werkplezier (of het tegen gaan van dehumanisering van de arbeid) als belangrijke doelstelling heeft. P7 Invoering van de TOS leidt tot meer toevallige professionele ontmoetingen. Een onverwacht bijeffect van het invoeren van de TOS blijkt de toename van het aan- tal toevallige professionele ontmoetingen. Leraren zoeken elkaar gemakkelijker op, ook buiten de teams om, over het onderwijs te praten. Zij winnen advies bij elkaar in en maken samen plannen voor veranderingen. Mogelijk kan dit als uitvloeisel gezien worden van meer manifestatie van professioneel handelen type 2, mogelijk ook is het een gevolg van meer samenwerkingsroutines door het werken in onderwijsteams en expertteams. In termen van de theorie over sociaal complex adaptieve systemen betekent dit een verdichting van betekenisgevende interacties, waardoor emergentie waarschijnlijker wordt.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0