Ben van der Hilst

273 8 Conclusies Teamgericht organiseren teams en is grote alertheid en bekwaamheid nodig om regressieverschijnselen tegen te gaan en de TOS zich verder te laten ontwikkelen. Maar bovenal betekent invoeren van de TOS voor het schoolleiderschap een afstand nemen van het dominante stu- ringsparadigma, ontleend aan het manageralisme, wat voor veel schoolleiders lastig blijkt te zijn. Invoeren van de TOS is dus veel meer dan het instrumenteel inzetten van een verandering van de organisatiestructuur door de schoolleider ten einde doe- len met betrekking tot kwaliteit, wendbaarheid en werkplezier te realiseren, zoals het conceptueel model van figuur 5.2 suggereert. Het handelen van de schoolleider is een belangrijk onderdeel van de arbeidsorganisatie waarin de TOS is ingevoerd. Dit hande- len weerspiegelt fundamentele, niet ambigue opvattingen en kennis over de professie en de professionaliteit van de leraar en een daarop gebaseerde sturingsfilosofie. De schoolleider ontwerpt de TOS, onderhoudt deze, ondersteunt de teams en handelt binnen deze structuur ondubbelzinnig . Dit handelen van de schoolleider is te typeren als nabij leiderschap. Productdefinitie en collectieve verantwoordelijkheid: twee paradigmaver- anderingen Bij de aanvang van het onderzoek is de verantwoordelijkheid van het onderwijsteam omschreven als verantwoordelijkheid voor goed onderwijs en goede begeleiding . Daarmee ontstaat verwarring met de verantwoordelijkheid van een oplei- dingsteam. Door het product van het onderwijsteams te definiëren als de ontwikkeling van de leerling, wordt duidelijk dat er een ondeelbaar eindproduct is, dat weliswaar voor een groot gedeelte via arbeidsdeling tot stand kan komen, maar waarvoor de verant- woordelijkheid niet verdeeld kan worden. Daardoor wordt de wederzijdse afhankelijk- heid, belangrijk voor intensieve leerprocessen, duidelijker gedefinieerd dan wanneer er alleen sprake is van verantwoordelijkheid voor goed onderwijs en waarbij de begelei- ding van de leerling door het systeem wordt uitbesteed aan een mentor. Er is sprake van twee paradigmaveranderingen: de verschuiving van de focus van goed onderwijs naar de gehele ontwikkeling van de leerling als productdefinitie. Daarmee hangt samen dat het actorschap, met betrekking tot deze verantwoordelijkheid verschuift van de individuele leraar naar het onderwijsteam, waarin collectief verantwoordelijkheid wordt gedragen voor de gehele ontwikkeling van de leerling. De tweede paradigmaveran- dering houdt in dat de individuele leraar deze collectieve verantwoordelijkheid begrijpt en accepteert, en daarmee de hoofdelijke aansprakelijkheid voor het gehele resultaat. Ook de explicitering van deze twee paradigmaveranderingen maken onderdeel uit van de verrijking van het organisatiemodel. De bevindingen in de praktijk laten zien dat lera- ren niet zoveel moeite hebben met de verschuiving van de focus naar de ontwikkeling van leerlingen. De daarmee samenhangende verschuiving van het actorschap naar het onderwijsteam en de daarbij horende collectieve verantwoordelijkheid, worden minder vanzelfsprekend gevonden, waarschijnlijk door de gewenning aan de dominante struc- tuur van arbeidsdeling en gescheiden verantwoordelijkheden.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0