Ben van der Hilst

290 Vorming onderwijsteams Nadat de school is ingedeeld in leerwegeenheden, wor- den de leerlingenaantallen voor iedere leerwegeenheid bepaald. Voor een optimaal functioneren van een onderwijsteam is het leerlingenaantal dat bij een onderwijsteam hoort, begrenst. Wanneer er maar weinig leerlingen in een leerwegeenheid zijn, wordt het lastig om een team samen te stellen met leden die voor een groot deel van hun baan met de ontwikkeling van deze leerlingen bezig zijn. Wanneer het aantal te groot wordt, kan het onderwijsteam niet meer het grootste deel van het onderwijs aan de leerlingen in de leerwegeenheid verzorgen (zie 60%-regels, paragraaf 9.5). De gren- zen worden bepaald door het curriculum (het aantal verschillende experts dat nodig is voor het onderwijs aan de betreffende leerwegeenheid) en de door de financiering bepaalde leraar-leerling ratio. Een andere randvoorwaarde wordt gegeven door de optimale grootte van een onderwijsteam om gemeenschappelijk verantwoordelijkheid te dragen (3-7, zie onder). Rekening houdend met deze verschillende randvoorwaarden blijken de gren- zen van het leerlingenaantal dat bij een team hoort te liggen tussen 50 en 150. Indien een leerwegeenheid een te klein aantal leerlingen bevat, worden leerwegeenheden bij elkaar gevoegd. Indien er teveel leerlingen in een leerwegeenheid zitten, worden meerdere parallelle teams gevormd of worden er meerdere horizontale teams ge- vormd, die vervolgens met de leerlingen gedurende een aantal jaren meegaan (zie figuur 9.1). Figuur 9.1 Het formeren van teams na het bepalen van de leerwegeenheden Samenvoegen met verwante LWE Onderwijsteam samenstellen van 4-7 leraren 2 of meer horizontale teams diemeegaanmet leerlingen Leerwegeenheid (LWE) met x leerlingen Opleidingsbreedte Aantal jaren Of x < 50 x > 150 50< x<150 2 of meer verticale teams

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0