Ben van der Hilst

298 De tentatieve 60%-regel luidt: Laat ieder jaar tenminste 60% van het team intact. En wissel regelmatig de samenstelling van de teams, ook om leraren de kans te geven in nieuwe omgevingen nieuwe ervaringen op te doen en een andere rol te kunnen vervullen. Het zal met name in het vo, mbo en hbo niet mogelijk zijn om iedere leraar lid te la- ten zijn van een onderwijsteam. Zeker bij de overgang van een systeemgecentreerde organisatie (een school die vooral gericht is op de onderwijsorganisatie) naar een teamgecentreerde organisatie zal er een redelijk groot aantal leraren zijn dat van- wege het curriculum gastdocent is in meerdere onderwijsteams. Dat kan verminderd worden door aanpassingen in het curriculum of door verbreding van het vakgebied van de leraar. Daarnaast is er echter een aantal leraren dat een dermate kleine aan- stelling heeft, dat lidmaatschap van een onderwijsteam bijna onmogelijk is. Een kleine baanomvang verhoudt zich slecht met het professionele karakter van het beroep, om- dat de noodzakelijke samenwerking met collega’s en professionalisering onevenredig veel tijd (ten opzichte van de baanomvang) vergt. Deze constateringen leiden tot de twee volgende tentatieve 60%-regels: • Zorg ervoor dat tenminste 60% van de leraren lid zijn van een onderwijsteam. • Stel de minimum baanomvang van een leraar op 60%. In het po treft men vaak banencombinaties aan van 0,4 fte en 0,6 fte. Dat is geba- seerd op het systeem waarbij iedere groep in principe één leraar heeft. Wanneer er vervolgens parttime gewerkt wordt, leidt dat tot splitsing van de baan in 0,4 en 0,6 fte. In een teamgecentreerde organisatie wordt er echter in een team gewerkt met meerdere groepen (als er al groepen te onderscheiden zijn). Wanneer bijvoorbeeld bij een groep van 80 leerlingen vier leraren betrokken zijn en er 3,2 fte beschikbaar is voor het onderwijs aan deze groep van 80, kan dat verdeeld worden over vier leraren met ieder 0,8 fte aanstelling. Teamvorming vermindert daarmee in het po de noodzaak van een kleine baanomvang. Tenslotte is processturing in het onderwijsteam van groot belang om resul- taatgericht en al lerend samen te werken. Een aantal leraren bij elkaar vormt niet van- zelfsprekend een goed team. Het helpt wanneer de (collectieve) verantwoordelijkheid goed is vastgelegd en de bevoegdheden duidelijk zijn. Maar voor de verdere ontwik- keling naar teamvolwassenheid, waarbij het team intensief leert en resultaatgericht samenwerkt, is daarnaast een goede processturing van belang. De benodigde com- petenties voor processturing overlappen voor een deel de algemene competenties

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0