Ben van der Hilst

313 10 Discussie Teamgericht organiseren In de theorie over complexe systemen is de gedeelde (onderwijs)visie op te vatten als een vreemde aantrekker (“strange attractor”). Hoewel de ontwikkeling van de school onvoorspelbaar en grillig verloopt, zorgt een sterke en gedeelde visie voor een bepaalde ontwikkelingsrichting (Schneider & Somers, 2006). De TAO verhoogt de waarschijnlijkheid van de interacties en de gedeelde visie verhoogt de waarschijnlijkheid dat de daaruit voortvloeiende emergente proces- sen leiden tot handelen volgens de visie. Focus op strategie Het werk van Hart (2012) heeft veel belangstelling gekregen in het onderwijs. In het boek Verdraaide Organisaties betoogt Hart dat de sterke fo- cus op de ‘systeemwereld’ in organisaties het dagelijkse handelen in die organisaties verder weg brengt van de ‘bedoeling’ van de organisatie. Hij pleit ervoor om terug te gaan naar de bedoeling en deze als leidraad te nemen voor het dagelijks handelen. Eerst het richten, dan het verrichten en dan het inrichten. De kwestie in scholen is echter niet dat de bedoeling onduidelijk is, zeker niet op het niveau van de uitingen. Vrijwel alle onderwijsinstellingen hanteren doelstellingen als brede ontwikkeling van leerlingen, meer maatwerk en meer competentiegericht opleiden. In de praktijk blijkt de productdefinitie echter niet in lijn met de bedoeling, omdat de onderwijsorganisatie daarin centraal staat en niet de ontwikkeling van leerlingen. In deze studie wordt het probleem in scholen geïdentificeerd als een niet passende inrichting van de arbeidsorganisatie om het verrichten in lijn te kunnen bren- gen met de richting, ofwel de bedoeling. De studie is dus een pleidooi om de bedoeling als leidraad te nemen voor de inrichting van de arbeidsorganisatie, zodat ‘vanzelf’ de verrichting in lijn met de bedoeling komt . Dit komt overeen met het pleidooi van Ten Have (2005), die bij het sturen op resultaten de focus legt op sturen op de strategie rond het behalen van resultaten. Hij spreekt in dit verband over ‘organiseercompeten- ties’ van de manager. Hij doelt hiermee, vertaald naar scholen, op de inrichting van de schoolorganisatie en niet de organisatie van het productieproces (onderwijsorganisa- tie). Deze organiseercompetentie maakt het mogelijk om in het geval dat resultaten niet voldoen aan de norm, verbeteracties in te zetten in de organisatiestructuur. Ook Ten Have pleit voor de volgorde richten, inrichten, verrichten. Vertaald naar de school betekent dit, dat indien de resultaten op leerlingenniveau tegenvallen, de schoolleider zich niet direct richt op verbetering van de onderwijsorganisatie, zoals beter toetsen of de lessentabel veranderen. De schoolleider richt zich eerst en vooral op verbetering van de schoolorganisatie, zodat bijvoorbeeld het onderwijsteam beter functioneert en zijn verantwoordelijkheid neemt, waardoor stagnatie bij leerlingen eerder en beter wordt gesignaleerd en bestreden.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0