Ben van der Hilst

334 implementatieproces. Vooral de zwak gedefinieerde opleidingsteams vormen een ob- stakel voor een goede implementatie. Ook de onduidelijke of afwezige verbindingen tus- sen managementlagen en de teams hinderen het implementatieproces (propositie 3). Bij het onderzoek naar de effecten van invoering van de TOS in tien scholen (bèta-testen), blijkt dat de manifestatie van professioneel handelen type 2 toeneemt (propositie P4). De snelle toename van de manifestatie van professioneel handelen type 2 wijst erop dat het hierbij niet alleen gaat om nieuw gedrag, maar vooral ook op het aanspreken van gedrag dat latent al aanwezig is. Hoewel er gedurende de onder- zoeksperiode geen sprake is van grote innovaties, wordt wel een toename van innova- tiegemak gerapporteerd op alle scholen (propositie P5). Daarbij wordt vooral verwe- zen naar initiatieven die de onderwijsteams nemen op het gebied van verandering van de onderwijsorganisatie. Ook wordt een verhoging van het werkplezier gerapporteerd, hoewel in de meeste scholen het werkplezier al redelijk hoog wordt ingeschat voordat de TOS wordt ingevoerd (propositie P6). Het aantal interacties tussen leraren neemt na invoering van de TOS toe: leraren zoeken elkaar, ook buiten de teams gemakke- lijker op voor onderwijsinhoudelijk overleg (propositie P7). Bij de casestudy van een school, die al langere tijd met een organisatiemodel werkt dat overeenkomt met de TOS, worden bovengenoemde effecten eveneens aangetroffen. Bij een casestudy van een andere school die al langere tijd geleden de TOS heeft ingevoerd, maar waar een aantal belangrijke kenmerken zijn verschoven richting de klassieke structuur, blijken de effecten minder duidelijk aanwezig. Alle onderzoeken in de praktijk laten zien dat de schoolleider een cruciale rol speelt (propositie P8). Zowel de ontwerpfase als de implementatiefase vragen ont- werpkennis en -vaardigheden van de schoolleider. Deze zijn slechts in geringe mate aangetroffen, zodat intensieve training van de schoolleider vereist is. Ook het nieuwe handelen van de schoolleider, dat na invoering vereist is, blijkt een lastige opgave. Door invoeren van de TOS ontstaan sterkere verbindingen in de organisa- tiestructuur. In de TOS ontstaat een sterke verbinding tussen het besturingssysteem en het productiesysteem, waarbij de onderwijsteams - in tegenstelling tot de oplei- dingsteams - deel uitmaken van het productiesysteem. De verbinding tussen leraren binnen het onderwijsteam is sterker dan in een opleidingsteam omdat de wederzijdse afhankelijkheid in een onderwijsteam groter is vanwege de gedefinieerde collectieve verantwoordelijkheid voor de gehele ontwikkeling van leerlingen. Dit leidt ook tot een sterkere binding tussen de leraren en de gehele ontwikkeling van leerlingen. Ook het kleine aantal leden van een onderwijsteam draagt bij aan de sterke binding tussen de leden. De waargenomen effecten van invoeren van de TOS kunnen gerelateerd worden aan de versterking van de verbindingen in de organisatie, een ondersteuning van propositie 9.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0