Ben van der Hilst

336 In de literatuur over leidinggeven aan zelfsturing wordt benadrukt dat dit lei- dinggeven niet zozeer de inhoud van het werk betreft als wel het functioneren van de zelfsturende teams. Leidinggevenden ondersteunen en stimuleren de teams om hun verantwoordelijkheid waar te maken, zonder in de bevoegdheden van het team te tre- den. Dit type leiderschap wordt ook wel aangeduid met nabij leiderschap . Het uitblijven van de verandering in leiderschap bij invoeren van zelfsturende teams is vaak oorzaak van het mislukken van de organisatieverandering. Een belangrijke verantwoordelijk- heid van het leiderschap is ook om mogelijke terugvalverschijnselen te signaleren en tegen te gaan. Een bijzonder perspectief biedt de theorie over sociaal complex adaptieve systemen. Onvoorspelbare lokale betekenisgevende interacties tussen actoren leiden op onvoorspelbare wijze tot nieuw gedrag op systeemniveau, waardoor het systeem zich aanpast aan veranderde omstandigheden. Het grote aantal zwakke verbindingen dat wordt aangetroffen in scholen leidt echter tot de conclusie dat scholen eerder als chaotische systemen moeten worden beschouwd en daardoor niet adaptief (wend- baar) zijn. De TOS beoogt de verbindingen zodanig te versterken dat het systeem adaptiever kan worden. De organisatiestructuur beïnvloedt de frequentie en de be- tekenisgeving van de lokale interacties, zowel de geplande interacties in de teams als ook de toevallige professionele ontmoetingen . Een sterke en gedeelde visie zorgt ervoor dat de adaptatie op systeemniveau in een bepaalde richting verloopt. Conclusies De twee onderzoekslijnen leiden tot verificatie van de proposities en daarmee de validering van de ontwerpstelling. Ook genereert het onderzoek een aan- tal suggesties voor verbetering van de TOS. Een voorbeeld hiervan is dat het beter is om over procesbegeleider binnen een onderwijsteam te praten dan over teamleider, omdat deze laatste term een hiërarchische positie veronderstelt. De noodzaak van sterke processturing vraagt om grote vaardigheden van de procesbegeleiders. Een ander voorbeeld is het expliciteren van de andere productdefinitie (en dus verant- woordelijkheid) van onderwijsteams vergeleken met opleidingsteams: niet het verzor- gen van onderwijs is het doel, maar de ontwikkeling van leerlingen. Daarnaast leidt het onderzoek tot verrijking van het organisatiemodel. Het model wordt versterkt door ook de systemen en ondersteunende diensten onderdeel te laten zijn van het organisatiemodel. Het opnemen van het professioneel handelen van leraren (verdeeld in type 1 en type 2) in de beschrijving van de organisatiestructuur is een andere uitbreiding. Dit professioneel handelen wordt bevorderd door invoering van de teamgecentreerde organisatiestructuur, maar omgekeerd bevordert dit pro- fessioneel handelen ook het goed functioneren van deze structuur. In feite is het een van de pijlers waarop de teamgecentreerde arbeidsorganisatie kan functioneren. De andere pijler wordt gevormd door de notie dat het beroep van leraar wordt uitgevoerd vanuit een collectief (het onderwijsteam) omdat alleen vanuit dit collectief de verant-

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0