Ben van der Hilst

338 len van de leraar en het definiëren van het werken van de leraar vanuit een collectief. Alle elementen van de TAO worden gepresenteerd in een organiser die de schoollei- der kan benutten om de TAO in te richten en te onderhouden. Opbrengsten in het kort De studie levert een belangrijk hulpmiddel op voor school- leiders om tegelijkertijd te sturen op kwaliteit, wendbaarheid en werkplezier en vult een leemte in de theorie over het sturen door de schoolleider door de organisatie- structuur daarbij als focus te nemen. De toenemende complexiteit van de opdracht aan scholen wordt niet tegemoet getreden door het vergroten van de complexiteit van de organisatiestructuur, maar juist door een vereenvoudig daarvan. Het gepresenteer- de organisatiemodel, de teamgecentreerde arbeidsorganisatie (TAO) gaat uit van de gehele ontwikkeling van de leerling als productdefinitie in plaats van de inrichting van de onderwijsorganisatie als eindproduct. Dit is een belangrijke paradigmaverandering ten opzichte van de dominante organisatie-inrichting. Een tweede paradigmaveran- dering die de TAO impliceert is de verschuiving van de gefragmenteerde verantwoor- delijkheid van alle betrokken leraren bij steeds een deel van de ontwikkeling van een leerling naar de collectieve verantwoordelijkheid van het onderwijsteam voor de ge- hele ontwikkeling van de leerling. Het onderwijsteam bestaat uit een beperkt aantal leraren en heeft grote regelmogelijkheden om de verstrekkende verantwoordelijkheid waar te maken. Alle onderdelen van de arbeidsorganisatie zijn gericht op het optimaal laten functioneren van de onderwijsteams. Belangrijk onderdeel van de arbeidsorga- nisatie vormt het handelen van de schoolleider. De schoolleider ontwerpt, onderhoudt en ondersteunt de TAO en handelt ondubbelzinnig binnen deze structuur. De studie identificeert dit type leiderschap, aangeduid als teamgecentreerd leiderschap of nabij leiderschap, als een derde belangrijke paradigmaverandering. Een paradigmaveran- dering ten opzichte van de dominante sturingsopvattingen die geworteld zijn in het manageralisme van het new public management. Andere bijdragen aan de theorie zijn het onderscheid tussen professio- neel handelen type 1 en type 2 bij leraren, het onderscheid tussen opleidingsteam en onderwijsteam, de analyse van zwakke verbindingen in de organisatiestructuur als oorzaak van sturingszwakte in scholen, het verbinden van de geïsoleerd opererende leraar met de tayloriaanse arbeidsdeling van het new public management en de iden- tificatie van scholen als chaotische, niet adaptieve systemen die door middel van een juiste organisatiestructuur wel adaptief kunnen worden. De studie doet een aantal aanbevelingen voor scholen en opleidingen van schoolleiders en leraren met het oog op het goed laten functioneren van de teamge- centreerde arbeidsorganisatie.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0