Ben van der Hilst

36 New public management en het (Nederlandse) onderwijs Het onderwijs vormt een belangrijk en groot onderdeel van de publieke sector en heeft grote veran- deringen ondergaan in de transitie naar new public management (Gunter & Fitzgerald, 2013). Tabel 2.2 geeft een samenvatting van de effecten van de karakteristieken van de npm-agenda op het (Nederlandse) onderwijs. Hoewel er enig faseverschil is tussen de verschillende onderwijssectoren (in het hoger onderwijs als eerste, in het basison- derwijs als laatste), kan de start van deze transitie in Nederland bij benadering in de jaren tachtig gesitueerd worden (Van Bemmel, 2006; van Schoonhoven, 2016). In Ne- derland wordt tussen 1993 en 2002 in een vrij hoog tempo de lumpsum-financiering ingevoerd in achtereenvolgens het hbo, het mbo, het vo en tenslotte het po. Scholen worden aangemoedigd (middels financiële prikkels) tot het aangaan van grotere ver- banden, zowel op grond van onderwijskundige motieven (betere doorstroommogelijk- heden voor leerlingen), alsook vooral vanuit het idee dat grotere eenheden beter de nieuwe financiële risico’s kunnen pareren en de nieuwe autonomie kunnen benutten.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0