Ben van der Hilst

58 nagement, maar al spoedig komt een proces op gang waarbij besturen in toenemende mate verantwoordelijk gehouden worden voor de resultaten van de school en actief gaan sturen op de onderwijskundige ontwikkelingen. Behalve door de indaling van het bestuur verandert het besturingssysteem ook ingrijpend door de invoering van het middenmanagement. De invoering van middenmanagement is deels het gevolg van de schaalvergroting in het onderwijs en deels het gevolg van de toegenomen beheers- en regellast in de besturingsstructuur. Het middenmanagement heeft als taak om de beleidsplannen van het strategisch niveau (centrale directie/bestuur) te vertalen naar de ‘werkvloer’. De verticalisering van de besturingsstructuur neemt hierdoor sterk toe. Voor een deel is dat een autonoom proces bij schaalvergroting (zie figuur 3.4), voor een deel is dat ook contingentiebeleid als reactie op de vele impulsen vanuit politieke en maatschappelijke instituties (Majoor, 2000). In toenemende mate is de kwaliteit van het onderwijs onderdeel van het publieke debat. Via bestuursakkoorden probeert de politiek de kwaliteit van het onderwijs te beïnvloeden. Financiering wordt daarbij gekoppeld aan het behalen van resultaatverbeteringen, zoals betere examenresulta- ten, doorstroomcijfers en verminderde uitval. Besturen vertalen deze afspraken, ge- holpen door ondersteunende diensten, in beleidsplannen, die via het lijnmanagement bij leraren terechtkomen. Het management richt zich na de npm-introductie dus niet meer alleen op het bureaucratische, voorwaardenscheppende deel van de organisa- tie, zoals in de typering van de school als professionele bureaucratie bedoeld wordt. Figuur 3.4 De ‘automatische’ groei van managementlagen bij voortgaande fusies Teamvorming Een derde verandering van de besturingsstructuur, naast de indaling van het bestuur en de vorming van het middenmanagement, is de invoering van lera- renteams. In de jaren negentig komt de teamvorming in het hbo, mbo en vo op gang. Een belangrijk motief daarvoor is het ‘klein binnen groot’ willen organiseren ten be- hoeve van overzichtelijkheid en beheersbaarheid na de fusies tot grotere eenheden. In deze zin wordt teruggegrepen op de basisstructuur van de kleine school. De verzame- ling van leraren in deze kleinere eenheden wordt ‘team’ genoemd, overigens meest- al zonder deze entiteit verder te definiëren in termen van verantwoordelijkheden en SchoolA SchoolB Fusie1 LocatieA LocatieB LocatieA LocatieB LocatieC LocatieD A B A P B A B C D P Z Q Fusie2 Enzovoorts

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0