Ben van der Hilst

68 Omdat teamleiders meestal zijn opgenomen in een managementteam, wordt voorzien in een verbinding met de directie. Dat wil niet direct zeggen dat er sprake is van een sterke verbinding. Indien teamleiders niet deel uitmaken van het managementteam, is er grote kans dat deze losse verbinding ook als zwak gedefinieerd moet worden. Het werken aan de sturingsopgave van de schoolleider (sturen op kwaliteit, wendbaarheid en werkplezier) wordt belemmerd door bovengenoemde zwakke ver- bindingen. Zwakke verbindingen leiden tot sturingszwakte : de gewenste beïnvloeding van de kernactiviteit van de school vindt niet of nauwelijks plaats. De verbindingen zijn onderdelen van de organisatiestructuur en de sterkte van de verbindingen is te beïnvloeden door structuuringrepen, zoals bijvoorbeeld het vastleggen van verant- woordelijkheden en bevoegdheden. Daarom ligt het voor de hand om bij het sturen op onderwijskwaliteit, wendbaarheid en werkplezier in ieder geval het sturingsdomein schoolorganisatie te benutten. Het sturen op de organisatiestructuur betekent de juis- te sterkte van de verbindingen in de structuur aanbrengen. De sturingsopgave van de schoolleider (en daarmee de centrale onderzoeksvraag in deze studie) kan dus geformuleerd worden als: Welke inrichting van de organisatiestructuur leidt tot een zodanige sterkte van de verbindingen in de organisatiestructuur dat het waarschijnlijk is dat kwaliteit, wendbaarheid en werkplezier gewaarborgd zijn? Teamvorming ter versterking van de verbinding tussen leraren is daarbij belangrijk, maar ook de andere verbindingen in figuur 3.6 moeten daarbij in beschouwing worden genomen. Het is belangrijk om op te merken dat de identificering van de mogelijke zwakke verbindingen niet betekent dat deze via interventie in de schoolorganisatie alle versterkt moeten worden. Het kan bijvoorbeeld ook betekenen dat sommige van deze verbindingen tussen actoren geen sterke beïnvloeding hoeven te beogen. Daarmee zouden deze verbindingen niet getypeerd moeten worden als zwak, maar zou ge- sproken kunnen worden van losjes gekoppelde actoren: er wordt in dat geval bewust gekozen om de actoren min of meer onafhankelijk van elkaar te laten functioneren. De invoering van de kernteamstructuur in 1994 in de professionele praktijk van de onderzoeker lijkt een antwoord te zijn op de bovengenoemde centrale onder- zoeksvraag. Daarom doet het volgende hoofdstuk uitgebreid verslag van de ontwikke- ling van deze teamgecentreerde organisatiestructuur (TOS).

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0