Ben van der Hilst

77 4 TOS Teamgericht organiseren 4.2 De kernteamstructuur op de montessorischolen gemeenschap Het ontstaan van de montessorischolengemeenschap In 1993 fuseren vier scholen tot de montessorischolengemeenschap, een brede scholengemeenschap van voorbereidend beroepsonderwijs (vbo, nu voorbereidend middelbaar beroepson- derwijs geheten) t/m havo en later t/m vwo. Ik word rector van de nieuwe combinatie. De fusie wordt voor een belangrijk deel ingegeven door de aanstaande lumpsum fi- nanciering, waarvan de verwachting is dat deze financiële risico’s met zich mee gaat brengen voor kleine eenheden. De overheid zet een financiële premie op fusies. Daar- naast is in 1993 ook de basisvorming ingevoerd in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Beoogd wordt om via een tweejarige brugperiode het moment van kiezen voor vbo, mavo, havo of vwo uit te stellen en beter voor te bereiden. De bij de fusie betrokken scholen zijn een vbo-school, een mavo, een vbo-mavo combinatie en een mavo-havo combinatie. In de fusiegolf in die jaren dreigen in de stad vooral de vbo- en mavo-scholen buiten de boot te vallen, omdat de havo/vwo-scholen vrezen dat fusie met mavo en vooral met vbo een verlies zou betekenen voor hun concurrentiepositie. Concurrentie tussen scholen in het voortgezet onderwijs speelt zich vooral af in het havo-vwo segment. Daar zitten de meer kritische consumenten en in dat segment zijn tevens meer keuzemogelijkheden in de stad. De fusiestimuleringsgelden van de overheid kunnen deze vrees meestal niet compenseren. Een belangrijk motief voor de school waar ik werk om aan de fusie deel te nemen is dat fusie tot een brede scholengemeenschap voorwaarde is voor het indienen van een aanvraag voor een vwo-afdeling. De vier katholieke scholen fuseren en de nieuwe scholengemeenschap verandert meteen van denominatie en wordt algemeen bijzonder omdat de katholieke besturenbond al aangegeven heeft niet mee te werken aan uitbreiding met een athe- neum vanwege de overvloed aan concurrerende katholieke vwo-afdelingen in de stad. Zonder de steun van een besturenbond is er geen enkele kans op uitbreiding van het aanbod. In 1995 wordt de atheneumafdeling officieel toegekend. Deze ingewikkelde strategische manoeuvres, inclusief de herschikking van de schoolleiding (de schoolleiding bestaat nu uit acht personen), spelen zich redelijk ver boven de hoofden van de medewerkers af. Velen van hen zien de fusie met scepsis tegemoet. Een gelukkige greep blijkt het besluit te zijn om de afzonderlijke scholen het eerste jaar na de fusie geheel in takt te laten, maar dat jaar wel te gebruiken om ‘veel van elkaar te leren, zonder de verplichting om tot standaardisatie te komen’. Er zijn op dat moment bijvoorbeeld drie verschillende lestijden in de school: vijfenveertig minuten, vijftig minuten en het pas ingevoerde zeventig-minuten rooster op mijn oude school. Daarnaast zijn er ook andere verschillen in de onderwijsorganisatie en verschillen in

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0