Ben van der Hilst

80 ben ieder een eigenstandige en belangrijke functie. Sterke onderwijsteams en sterke secties vormen samen een sterke professionele organisatie. Na enige jaren merken we derhalve het verlies op aan vakontwikkeling en het stagneren van de professionele ontwikkeling van leraren op het gebied van de vakdidactiek. Bij de start van de kernteams wordt in overleg met ieder kernteam een kern- teamcoördinator aangesteld. Deze heeft (op papier) geen hiërarchische positie in het team, maar heeft een extra verantwoordelijkheid voor de communicatie met school- leiding en andere kernteams en voor bijvoorbeeld de taakverdeling in de teams en andere teamprocessen. De kernteamcoördinatoren komen geregeld op een locatie bijeen met de locatieschoolleiding in het locatieberaad of de locatiestaf. Ook college- breed komen de kernteamcoördinatoren met de schoolleiding een paar keer per jaar bijeen voor scholingsbijeenkomsten over het functioneren van de kernteams. Het blijft steeds weer een punt van alertheid om het locatieberaad niet als een soort manage- mentteam te beschouwen, waar het locatiebeleid wordt bepaald. Bedoeld is om in het locatieberaad vooral van elkaar te leren en eventueel af te stemmen indien een besluit in een kernteam kernteamoverstijgende consequenties heeft. Vele ontwikkelingen tegelijkertijd Behalve de invoering van kernteams vinden in het schooljaar 94-95 nog een aantal andere ingrijpende veranderingen plaats, zoals: • In de gehele school gaat een 70 minutenrooster gelden. • Er komt keuzewerktijd, iedere dag 40 minuten, waarbij de leerlingen zelf een lokaal, vak en leraar kunnen kiezen. • Gekozen wordt voor de montessori-identiteit waarbij het streven is naar veel zelfwerkzaamheid in de lessen, nieuw voor een groot deel van de leraren. • Het net verworven vwo moet worden opgezet en geprofileerd. • Het is het tweede jaar van de basisvorming met nieuwe vakken en nieuwe lesinhouden. • Er vindt een eerste herschikking van de gebouwen plaats. • De voorbereidingen op de tweede fase (bovenbouw havo en vwo) beginnen. Het één A4-tje tellende beleidsplan 1994-1995 van de scholengemeenschap heeft als motto: “Zelfstandig leren in de klas en in de organisatie.” Het geeft een aantal streefrichtingen weer voor in de klas, zoals 60% van de tijd zelfwerkzaamheid van de leerlingen en voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijk taalgebruik bij school- leiding en leraren over zelfstandig leren. Voor het ‘zelfstandig leren in de organisatie’ luiden de streefrichtingen voor het eerste schooljaar:

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0