Ben van der Hilst

85 4 TOS Teamgericht organiseren Ieder vak dat een leerling in zijn pakket heeft, komt een keer per week op het rooster te staan als ‘docentgestuurd’ les- uur. Afhankelijk van het pakket worden op deze manier negen tot elf plekken van de twintig roosterplaatsen in een week ingenomen. Op de overige uren kan de leerling telkens kiezen uit een aantal begeleidingsuren. Ook kan de leerling zich inroosteren in de studiezaal of in het laboratorium voor de bètavakken. Op deze manier kan de leerling een rooster samenstellen met meer of minder bege- leidingsuren in een vak, afhankelijk van de behoefte. Bij de docentgestuurde lesuren zitten homogene groepen leerlingen (bij- voorbeeld de leerlingen natuurkunde van klas vijf vwo). In de begeleidingsuren zit- ten leerlingen uit alle bovenbouwgroepen havo en vwo bij elkaar. Het computerpro- gramma voor het rooster zorgt ervoor dat groepen nooit groter worden dan een ingesteld maximum. Iedere leerling maakt een gesloten rooster van half ne- gen tot drie uur, vijf dagen per week. De leerling legt dit rooster voor één periode vast (een kwart schooljaar). Iedere perio- de wordt een nieuw rooster gemaakt en kan de leerling weer opnieuw zijn keuzes bepalen. Het perioderooster biedt daarbij ook de mogelijkheid om te variëren met het vakkenaanbod door het jaar heen. In de eerste jaren na invoering van het roos- ter komen mensen uit meer dan 500 scholen kijken naar de werking ervan. Ondanks groot enthousiasme bij de bezoekers, neemt vrijwel geen enkele school het rooster over. Daar blij- ken verschillende redenen voor: • Te weinig vertrouwen dat leerlingen de juiste keuzes zullen maken. • Te weinig docentgestuurde tijd, waardoor de vrees bestaat dat niet alle stof behan- deld kan worden. • De roostertechniek voor dit rooster houdt voor roostermakers een paradigmaveran- dering in met de traditionele roostering, waarbij een gesloten oplossing ontstaat voor een gesloten probleem. In het geval van het gepersonaliseerde rooster worden vooraf ‘educated guesses’ gedaan over het op dat moment nog onbekende keuze- gedrag van leerlingen, waarna achteraf mogelijk nog correcties nodig zijn. • De bestaande roosterprogramma’s onder- steunen deze roostermanier niet. • Pessimisme over de haalbaarheid bij docenten. Het door elkaar heen roosteren van havo-leer- lingen en vwo-leerlingen in de begeleidingsuren heeft een positief effect op de resultaten van de havo leerlingen., voor vwo-leerlingen veran- deren die niet. Het bovenbouwrooster op de montessorischo- lengemeenschap werkt nu al bijna 25 jaar op deze manier.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0