Koos Boeve
208 Chapter 10 van deze patiënten werden behandeld met een halsklierdissectie en 38 werden alleen poliklinisch gecontroleerd op uitgroei van occulte metastasen. Classificatie volgens de 8 e TNM editie resulteerde voor 36% van de patiënten in een hogere T stagering en in 16% van de patiënten in een hogere N stagering. De T3 gestageerde patiënten hadden een kortere overleving dan de T2 gestageerde patiënten. Aan de hand van de 8 e TNM classificatie had in 3% van de patiënten een aanvullende postoperatieve behandeling met chemo- of radiotherapie overwogen kunnen worden. We concludeerden dat de toevoeging van tumor infiltratiediepte en extranodale groei aan de 8 e editie van de TNM classificatie zorgt voor de identificatie van meer OPCC patiënten met een slechtere prognose en van meer patiënten die mogelijk voordeel hebben van een (intensieve) adjuvante behandeling. De schildwachtklierbiopsie (SWK-biopsie) procedure werd geïntroduceerd voor OPCC's als minder invasieve stageringsmethode voor de hals, in vergelijking met de electieve halsklierdissectie, om te vermijden dat patiënten zonder occulte metastasen een halsklierdissectie ondergaan. Meta-analyses naar de accuratesse van de SWK-biopsie laten veel verschillen tussen studies zien als het gaat om referentie standaarden, beeldvormende technieken en histopathologische beoordelingen. In hoofdstuk 3 bepaalden we de accuratesse van de SWK-biopsie voor het detecteren van occulte metastasen in 91 patiënten met een primaire cT1-2N0 OPCC, die primair chirurgisch werden behandeld en een SWK-biopsie ondergingen tussen 2008 en 2016. De SWK-biopsie procedure bestond uit SWK detectie met een lymfoscintigrafie scan, SPECT-CT scan en een gamma- probe. Poliklinische controle diende als referentie voor de 63% van de patiënten met een negatieve SWK-biopsie. Histopathologisch onderzoek van de SWK bestond uit het snijden van de schildwachtklier op meerdere niveau's en de detectie van occulte metastasen op basis van standaard histopathologisch onderzoek en een cytokeratine kleuring. In alle 91 patiënten werden SWK's gevonden. In totaal hadden 27% van de patiënten een metastase- positieve SWK. Vier patiënten werden gediagnosticeerd met een regionaal recidief nadat er eerder met de SWK-biopsie geen occulte metastase was aangetroffen. Dat resulteert in een sensitiviteit van 85% en een negatief voorspellende waarde van 94%. We concludeerden dat de SWK-biopsie procedure betrouwbaar is voor het stageren van de hals van cT1-2N0 OPCC patiënten. Het is bekend dat 20-30% van de patiënten met een OPCC een lokaal recidief krijgen en dat deze patiënten een jaarlijks risico hebben van 3-4% op een tweede primaire tumor. Eerdere behandelingen van de hals kunnen de lymfogene drainagepatronen veranderen. De literatuur over mogelijk afwijkende drainagepatronen in eerder voor een OPCC behandelde patiënten, in kaart gebracht met de SWK-biopsie procedure, is beperkt tot twee kleine studies. In hoofdstuk 4 onderzochten we retrospectief 53 cT1-2N0 OPCC patiënten uit drie hoofd-hals oncologie centra, die een SWK-biopsie procedure hebben ondergaan tussen
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0