Maarten Cozijnsen

161 Addenda Samenvatting die we meten. Het onderzoek loopt momenteel nog. In november 2018 is de laatste patiënt geïncludeerd en in november 2019 voltooide de laatste patiënt het eerste follow-up jaar. De resultaten over het eerste jaar follow-up jaar zijn inmiddels geanalyseerd en beschreven in een conceptartikel dat is ingediend bij een wetenschappelijk tijdschrift. De studie zal doorlopen tot alle patiënten 5 jaar gevolgd zijn, zodat we ook de effecten van de twee behandelstrategieën op lange termijn kunnen vergelijken. Hoofdstuk 4 beschrijft de resultaten van een analyse van de immuunresponsen van patiënten die werden behandeld in het ITSKids onderzoek - Infliximab Top-down Study in Kids with Crohn’s disease – de voorloper van de TISKids studie. Het doel van deze analyse was om de verschillen in de immuunresponsen op behandeling met infliximab en prednisolon te bestuderen in het bloed van nieuw gediagnosticeerde kinderen met de ZvC. Er was namelijk weinig bekend over de wijze waarop infliximab de darmwand van kinderen met de ZvC herstelt en welke immuunresponsen hieraan ten grondslag liggen. In dit hoofdstuk tonen we aan dat infliximab zowel de systemische ontsteking in het bloed als de ontsteking in de darmwand sterker vermindert dan prednisolon. We associëren drie dominante immuunresponsen met infliximab behandeling en herstel van de darmwand. Ten eerste vermindert infliximab de expressie en concentratie van T-helpercellen type 1 (Th1)- gerelateerde genen en eiwitten. Daarnaast vermindert infliximab de expressie van S100 calciumbindende eiwitten en concentraties van chemokinen die neutrofielen rekruteren naar plekken van ontsteking. Ten derde vermindert infliximab de expressie en concentratie van eiwitten die betrokken zijn bij remodellering van weefsel. We tonen in dit hoofdstuk ook aan dat, naast biopten uit de darmwand, bloed gebruikt kan worden voor onderzoek naar de immuunresponsen bij patiënten met de ZvC. Het afnemen van bloed is minder belastend voor patiënten dan het afnemen van darmbiopten, wat toekomstig onderzoek naar immuunresponsen kan vergemakkelijken. Hoofdstuk 5 beschrijft de resultaten van een landelijk, observationeel onderzoek, waarin we de veiligheid en effectiviteit evalueren van adalimumab behandeling bij kinderen met de ZvC die niet (langer) reageren op infliximab behandeling. Adalimumab – dat gericht is tegen hetzelfde ontstekingseiwit als infliximab (Tumornecrosefactor, TNF) – bracht tweederde van deze patiënten in remissie. Na twee jaar behandeling waren de helft van deze patiënten nog steeds in remissie. In een kwart van de patiënten die initieel goed reageerden op adalimumab, verloor adalimumab zijn werking binnen één jaar na start van de behandeling en bij 42% van de patiënten binnen twee jaar. In de onderzochte patiëntenpopulatie trad slechts één ernstige bijwerking op. Deze resultaten komen overeen met eerder gepubliceerde onderzoeken. Daarnaast tonen we in dit onderzoek aan dat het succes van adalimumab afhangt van hoe patiënten reageerden op infliximab (wanneer zij dit eerder voorgeschreven kregen): adalimumab is minder kansrijk als infliximab nooit succesvol is

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0