Marjon Borgert

217 Dutch summary / Nederlandse samenvatting signi cant hoger met een OR van 4,05 (95% BI: 1,62 tot 10,08, P < 0.001). Dit impliceert dat wanneer de gecombineerde A&F strategie werd gehanteerd het aannemelijker was dat verpleegkundigen een hogere adherentie hadden aan de transfusiebundel dan wanneer alleen A&F op teamniveau werd gebruikt. Het verstrekken van tijdige A&F op individueel niveau is mogelijk ook e ectief bij de implementatie van andere zorgbundels. Vervolgonderzoek zou zich moeten focussen op het verder verhogen van de adherentie aan de transfusiebundel en aan het behouden van het implementatie e ect. Hiervoor zou een langere implementatieperiode gebruikt kunnen worden. Daarnaast zou het onderzoek zich moeten richten op het gebruik van informatie- en computertechnologie om de kosten in het toepassen van de implementatiestrategie te verminderen. Hoofdstuk 8 beschrijft de toepassing van de transfusiebundel op het transfunderen van rode bloedcellen volgens de individueel gestelde hemoglobine (Hb) transfusietrigger. In deze studie hebben we onderzocht in hoeverre de transfusiebundel heeft geleid tot het transfunderen conform de gestelde transfusietrigger. Over het algemeen wordt een restrictief transfusiebeleid nagestreefd bij IC patiënten. Deze aanbeveling is opgenomen in de nationale en internationale transfusierichtlijnen. 21 Echter, de adherentie aan deze richtlijnen is vaak laag. 22,23 In dit onderzoek, waarbij een voor- en nameting is uitgevoerd, hebben we beoogd het werkelijke e ect van de transfusiebundel temetendoor per transfusie aan te geven of de beslissing tot transfusie gebaseerdwasopeenlagerepre-transfusieHbwaardedandevoorafgesteldeindividuele Hb drempelwaarde. De primaire uitkomstmaat was het percentage correct toegepaste transfusies. Correct toegepaste transfusies werd gede nieerd als een transfusie conform de individueel gestelde transfusietrigger. De resultaten laten zien dat de introductie van de transfusiebundel heeft geleid tot een signi cante daling van het aantal onterechte transfusies. Het aantal onterechte transfusies daalde van 25% (111/439) gedurende de baseline periode tot 15% (42/280) tijdens de implementatieperiode (verschil 10%, 95% BI: -0,164 tot -0,042; P < 0.001). Deze daling is doorgezet tot 12% (45/370) tijdens de post-implementatieperiode. De resultaten indiceren dat het gebruik van de transfusiebundel de adherentie aan de transfusierichtlijn ondersteunt in de dagelijkse praktijk. Interessant is dat de resultaten laten zien dat de meeste transfusies restrictieve transfusietriggers hanteren zoals aanbevolen in de transfusierichtlijn.