Ietje Perfors

201 een gesprekmet de huisarts tussen de diagnose en definitieve therapiekeuze, waarbij de patiënt ondersteund kan worden bij gezamenlijke besluitvorming met de specialist. De tweede component bestaat uit begeleiding van een eerstelijnsoncologie verpleegkundige (EOV) in samenwerking met de huisarts. De uitkomsten werden binnen 1 jaar na inclusie gemeten aan de hand van door patiënten ingevulde vragenlijsten. Deze vragenlijsten werden afgenomen ten tijden van inclusie (T0), na 2 weken (T1), na 6 maanden of bij voltooiing van de actieve behandeling (T3) en 3 maanden na actieve behandeling (T5). Data over zorggebruik kwamen uit de routine registraties in de eerste lijn en het ziekenhuis. Eerst evalueerdenwe het eerste deel van de GRIP-interventie (Hoofdstuk 5), de TOC. Zoals hierboven beschrevenwerd aan de patiënten in de interventie-arm aangeboden om een TOC te plannenmet hun huisarts direct na hun diagnose kanker en voorafgaand aan therapiekeuze. We evalueerde twee weken na inclusie de ervaren SDM, informatievoorziening en zelfredzaamheid. Het lijkt erop dat patiënten, indien hen een TOC aangeboden wordt, gemotiveerd zijn om deze te accepteren, aangezien 80,5% (n=62) van de patiënten in de interventiegroep een TOC had. Echter, het tijdig plannen van een TOC blijkt een uitdaging, namelijk 82,3% (n=51) van de geplande TOC’s vond plaats ná de behandelkeuze. We vonden dat de ervaren SDM lager was in de interventiegroep ((schaal 0-100, hogere waarde betekendmeer ervaren SDM): het gemiddelde verschil -8,9 (95% CI, 0,6-17,1)) ten opzichte van de controle groep. Bij degenenmet een TOC vóór de behandelkeuze (n=11) was de ervaren SDM vergelijkbaar met de controlegroep (66,5 SD ±27,2 versus 67,9 SD ±26,1), omdat deze aantallen te klein zijn konden de effecten van een juist geplande TOC niet worden vastgesteld. Omde effecten van een tijdig geplande TOC wel te kunnen evalueren zou de inbedding van de TOC in het oncologisch zorgpad geoptimaliseerd moeten worden waarna vervolg onderzoek moet uitwijzen of een juist geplande TOC leidt tot betere SDM bij patiënten met kanker. In hoofdstuk 6 wordt het tweede deel van de GRIP interventie geëvalueerd, waarbij we de effecten van de begeleiding, tijdens en na de behandeling voor kanker, door een EOV in samenwerking met de huisarts op de primaire uitkomsten patiënt tevredenheid en het zorggebruik beoordelen. Secundaire uitkomsten waren kwaliteit van leven, geestelijke gezondheid

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0