Fehmi Keçe

Samenvatting en Conclusies 197 10 3 tot 5] MES / min met de gekoelde katheter. Met neuropsychologische testen werd er geen cognitieve achteruitgang geconstateerd. Aangezien het doel van de opnieuw ontworpen katheter gericht was op het verminderen van de hoge incidentie van asymptomatische cerebrale embolie, stellen we dat de verbetering van dit apparaat slechts gedeeltelijk succesvol was met vermindering van slechts 45% ACE en MES vergeleken met de eerste generatie katheter. Omdat de incidentie nog steeds hoger is vergeleken met punt-bij-punt gekoelde ablatie moet de fabrikant het apparaat blijven verbeteren. In hoofdstuk 4 zijnwe dieper ingegaan op het ontstaanvan dezemicro-embolie signalen met de PVAC-Gold katheter. De analyse omvatte 945 PVAC-Gold-radiofrequentie applicaties waarin biofysische parameters werden onderzocht om potentiële pathofysiologische mechanismen te onthullen. We ontdekten dat ablatie van de linker bovenste pulmonaal vene, het gemiddeld vermogen, de totale effectieve energie, de gemiddelde impedantie en temperatuur 2 seconden na ablatie geassocieerd was met het aantal MES. Vanwege het nieuwe katheterontwerp, werd mogelijk een laag percentage kortsluiting van de elektrodes (1%) en temperatuuroverschrijding (5%) gedetecteerd. Dit kon echter het hoge aantal MES niet verklaren. Deze resultaten suggereren dat ten eerste slecht elektrodecontact, vooral in de linker bovenste pulmonaal venen, vanwege de scherpe hoek tussen de katheter en de longvene, verantwoordelijk is voor het ontstaan van micro-embolieën. Een lage temperatuur na 2 seconden kan ook verband houden met slecht kathetercontact, waardoor het aantal MES toeneemt. Ten tweede was de ablatie power gerelateerd met MES: bij ablaties met een hoog vermogen en een hoge totale effectieve energie kan een hogere MES worden waargenomen, wat kan worden verklaard door een sterkere weefseldegeneratie. Bij een langzamere temperatuurstijging is ook een hoger vermogen nodig om de gewenste temperatuur te bereiken. Ten derde kan een verhoogde impedantie het gevolg zijn van afbraak van bloedeiwitten, wat de relatie tussen impedantie en MES verklaart. Concluderend, het herontwerp van de PVAC-Gold maakte een einde aan de temperatuuroverschrijding en de interactie met de elektrode, maar de andere oorzaken van MES zijn hetzelfde gebleven. In hoofdstuk 5 werd de activering van coagulatie tijdens ablatie met de PVAC-Gold bestudeerd. In dit hoofdstuk lieten we zien dat vroege veranderingen in fibrinogeen en vonWillebrand Factor antigeen en late veranderingen in d-dimeer geassocieerd waren met toenames in MES. Deze resultaten suggereren dat bij ablatie met een sterkere coagulatie respons in de acute fase en endotheelcel beschadiging een sterkere activering van de coagulatiecascade optreedt, waardoor meer micro-embolieën ontstaan, wat uiteindelijk resulteert in een sterkere activering van de fibrinolytische pathway met een verhoogd d-dimeer. Onze hypothese is dat een sterkere activering van de coagulatiecascade resulteert

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0