Fehmi Keçe

Chapter 10 200 10.2 Toekomstperspectieven Het aantal patiënten met AF neemt alsmaar toe en naar verwachting zal dit aantal de komende 50 jaar worden verdubbeld als gevolg van een toegenomen levensverwachting, metabool syndroom gerelateerde ziekten en beter herstel na (chirurgische) behandeling van hartaandoeningen (myocardinfarct). In de afgelopen 20 jaar is katheterablatie bij veel patiënten met AF geëvolueerd van een zeldzame en moeilijke procedure naar een eerstelijnsbehandeling. Dit is samengegaan met het begrijpen van de pathogenese van AF en de verbetering van de apparatuur en de technieken. Het is duidelijk geworden dat AF niet alleen een ritmestoornis is die met een simpele ingreep kan worden behandeld. Integendeel, AF is een aanhoudende multifactoriële ziekte met een zeer gecompliceerde pathofysiologie en behandeling. Ondanks de technologische ontwikkeling van hulpmiddelen voor katheterablatie, blijft de incidentie van zowel vroege als late recidieven na pulmonaalveneisolatie een belangrijk probleem, samen met veiligheid van de ablatie. De verbetering van ablatie- instrumenten kan een uitdaging zijn, maar we zijn nog steeds van mening dat optimalisatie van ablatie-instrumenten en-protocollen succesvol kan zijn met een betere effectiviteit, verkorting van de procedurele duur en vermindering van katheter specifieke complicaties. In dit proefschrift werden de resultaten van twee gerandomiseerde klinische onderzoeken beschreven. Verbetering kan dan misschien in kleine stapjes komen, maar vergeleken met de allereerste katheterablatie is reeds een enorme stap vooruit gemaakt. Verschillende diagnostische hulpmiddelen, d.w.z. katheters die de atrium in kaart kunnen brengen met behulp van multi-elektrode katheters die met hoge resolutie worden ontwikkeld en geïmplementeerd omAF te analyseren. Wewijn hiermee eenweg ingeslagen, naar een ablatietechniek die voornamelijk is gebaseerd op ‘individuele’ substraatanalyse. Alle patiënten zijn verschillend en er is in eerste instantie substraatanalyse nodig voordat een specifieke behandeling kan worden gegeven. Dit betekent dat we een nieuwe definitie voor AF moeten gebruiken die gebaseerd is op het onderliggende substraat, in plaats van de huidige klinische definities van paroxismale en persistente AF. Pulmonaalveneisolatie, die momenteel de hoeksteen is van de behandeling, is slechts de behandeling van de belangrijkste pathofysiologische mechanisme. Verder is er meer aandacht nodig voor de verschillende pathways die verantwoordelijk zijn voor de progressie van AF. Een meer holistische benadering is vereist met aandacht voor de co-morbiditeit van patiënten (obesitas, slaapapneu, hypertensie, alcoholabusus enz.) En onderliggende individuele pathofysiologische pathways die die ziekte laat ontstaan of de ziekte onderhoud.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0