Ellen de Kort

186 Chapter 11 leidde tot inclusie van 20 studies. In acht van deze studies (40%) was de beslissing om over te gaan tot intubatie na de toediening van premedicatie niet gebaseerd op het bereikte niveau van sedatie. Intubatie werd gestart nadat een bepaalde tijd was verstreken waarin het effect van de premedicatie werd verondersteld op te treden, of nadat de patiënten gepreoxygeneerd waren. In eveneens acht studies (40%) was het besluit om verder te gaan met de intubatie wel gebaseerd op het niveau van sedatie, maar werd dit niveau subjectief beoordeeld of was onduidelijk hoe dit werd beoordeeld. In slechts vier van de geïncludeerde studies (20%) werd het sedatie niveau objectief beoordeeld, gebruikmakend van verschillende scores. In totaal konden uit deze studies drie objectieve instrumenten ter beoordeling van het sedatie niveau verkregen worden: de sedatie score, gebaseerd op de beoordeling van de motorische reactie na het toedienen van een stevige stimulus op een 4-punts schaal; de relaxatie score, gebaseerd op de beoordeling van de spiertonus van de extremiteiten op een 4-punts schaal; en de sedatieve status, gebaseerd op de Neonatale Pijn Agitatie en Sedatie Schaal (N-PASS) waarbij in totaal 5 items allen op een 5-punts schaal worden beoordeeld. De sedatie en relaxatie scores zijn beiden zeer gemakkelijk in gebruik en snel uit te voeren. De sedatieve status is uitgebreider en tijdrovender en daardoor mogelijk minder bruikbaar voor een acute situatie zoals intubatie bij neonaten. Concluderend zijn er drie veelbelovende instrumenten voor het beoordelen van het niveau van sedatie beschikbaar, welke allen gevalideerd dienen te worden voordat ze kunnen worden gebruikt in de klinische praktijk. Als tweede stap werd een zogenaamde Intubation Readiness Score (IRS) ontwikkeld om het niveau van sedatie te bepalen. Deze score is gebaseerd op de sedatieve score die naar voren kwam in de systematische review. De IRS bestaat uit de toediening van een stevige stimulus, het krachtig wrijven over de hiel, en het beoordelen van de motorische reactie op deze stimulus op een 4-punts schaal: 1 = spontane bewegingen; 2 = bewegingen op lichte aanraking; 3 = bewegingen in reactie op de stevige stimulus; 4 = geen bewegingen. Bij scores 3 en 4 wordt verondersteld sprake te zijn van voldoende sedatie om de laryngoscopie en het plaatsen van de endotracheale tube te kunnen verdragen. De IRS werd geïmplementeerd in de klinische praktijk en er werd een prospectieve observationele studie verricht ( hoofdstuk 6 ) om de geschiktheid van de IRS in het voorspellen van het werkelijke sedatie niveau te evalueren. Hiervoor werd de positief voorspellende waarde van IRS 3 en 4 in het voorspellen van adequate sedatie tijdens de intubatie procedure bepaald. Het niveau van sedatie tijdens de intubatie procedure werd vastgesteld met de intubatie score van Viby-Mogensen. Adequate sedatie werd gedefinieerd als een goede intubatie score. De resultaten van deze studie toonden dat IRS scores 3 en 4 tezamen een positief voorspellende waarde van 85% hadden. In 15% van de patiënten echter, bleek het niveau van sedatie gebaseerd op

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0