Carolien Zeetsen

157 APPENDIX Samenvatting en algemene discussie A Samenvatting en algemene discussie Langdurig chronischmiddelengebruik kan zowel op de korte als op de lange termijn nadelige effecten hebben op het cognitief functioneren. De aanwezigheid van neurocognitieve stoornissen (NCS) door een middel heeft invloed op behandelverloop en –resultaten. Zo zijn NCS bijvoorbeeld voorspellend voor een hogere drop–out gedurende de behandeling en is er sprake van minder (gerapporteerde) abstinentie. Zowel de patiënt als de clinicus zijn zich echter niet altijd bewust van deze cognitieve tekorten en subjectieve rapportages van cognitieve klachten correleren niet met cognitieve prestaties op bijvoorbeeld testinstrumenten. Dit illustreert hoe belangrijk het is om NCS te diagnosticeren, gebruikmakend van neuropsychologisch onderzoek (NPO). Het is niet haalbaar om een NPO af te nemen bij alle patiënten die zich in de verslavingszorg aanmelden, omdat het veel tijd kost, relatief duur is en hooggekwalificeerde professionals vereist, maar ook motivatie van de patiënt. Daarom hebben we kortere instrumenten nodig die cognitief (dis) functioneren bij patiënten met een verslaving kunnen meten. Een dergelijke cognitieve screener moet aan bepaalde criteria voldoen. Zo moet hij bijvoorbeeld snel af te nemen zijn en makkelijk te interpreteren. Hij moet daarnaast relatief onafhankelijk zijn van invloeden van opleiding, taal of cultuur. De psychometrische eigenschappen moeten goed zijn, zoals bijvoorbeeld test–hertest– en tussen–beoordelaarbetrouwbaarheid en een goede validiteit met hoge gevoeligheid en specificiteit. Bovenal moet een dergelijke screener makkelijk te scoren zijn en zowel voor de clinicus als voor de patiënt makkelijk af te nemen. Een veelbelovende cognitieve screener voor het opsporen van NCS is de Montreal Cognitive Assessment (MoCA). Het hoofddoel van dit proefschrift was om te onderzoeken of de MoCA inderdaad een bruikbaar en valide screeningsinstrument is dat de eerdergenoemde kloof tussen kennis – kennis van wat nodig is om goed geïndiceerde behandeling te kunnen plannen – en klinische realiteit – realisatie dat een NPO voor iedereen onmogelijk is – kan overbruggen. In deze samenvatting zullen de belangrijkste resultaten en de daarbij behorende klinische implicaties gepresenteerd en bediscussieerd worden, startend met de psychometrische eigenschappen van de MoCA. Vervolgens komen de resultaten betreffende de inzet van de MoCA in de verslavingszorg aan bod gevolgd door de prevalentie van NCS binnen de verslavingszorg en het behandelverloop. Tot slot zal worden ingaan op de sterktes en beperkingen van het onderzoek, klinische overwegingen van de resultaten en zullen richtlijnen voor toekomstig onderzoek gegeven worden.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0