Carolien Zeetsen

164 Sterktes en beperkingen Elk deelonderzoek heft zijn eigen sterktes en beperkingen, die uitgebreid beschreven zijn aan het einde van elk hoofdstuk. Er zijn ook enkele algemene opmerkingen die gemaakt dienen te worden, wanneer het hele project wordt bekeken. Dit onderzoek vond zijn oorsprong in de klinische praktijk, waar enkele zeer gewaardeerde collega’s hun handen en wijsheden hebben samengebracht en een plan formuleerden om een brug te slaan. Deze samenwerking tussen meerdere verslavingszorginstellingen resulteerde in een zogenaamd multicenter–project van waaruit grote groepen patiënten konden worden geïncludeerd. Er is een belangrijk punt dat gemaakt moet worden wanneer we onze bevindingen interpreteren, met name de bevindingen gerelateerd aan de prevalentie van NCS. Zoals reeds in de introductie beschreven is, is het aantal patiënten dat zich in de verslavingszorg aanmeld voor behandeling naar alle waarschijnlijkheid slechts het puntje van de ‘gebruikers’–ijsberg. Epidemiologisch is het onmogelijk te weten wat middelengebruikers die zich niet aanmelden voor enige vorm van behandeling gebruiken en of zij eventuele cognitieve beperkingen hebben of niet. Daarnaast werden er respectievelijk een lage tot matige voorspellende ( predictive ) en gelijktijdige ( concurrent ) validiteit van de MoCA gevonden, wat maakt dat de daadwerkelijke prevalentie van NCS zeer anders kan zijn dan in dit onderzoek gevonden. Doordat we onze groepen patiënten echter zeer goed hebben kunnen omschrijven in termen van welke middelen ze gebruiken, hoeveel en voor hoe lang, zijn ze representatief voor de populatie van middelengebruikers/–misbruikers. Dit maakt de resultaten hoogst generaliseerbaar. Het blijft altijd de vraag (zoals ook hierboven beschreven over cognitieve klachten), in welke mate het middelengebruik objectief gemeten kan worden door zelfrapportage. We hebben dit zo goed mogelijk proberen te ondervangen door gebruik te maken van een wetenschappelijk aangetoond en gevalideerd interview dat de relevante patiënteigenschappen in de verslavingszorg in kaart brengt: de MATE (Schippers et al., 2011). Overwegingen voor de klinische praktijk Nu, aan het einde van dit project, is de beschikbaarheid van de MoCA gestegen naar meer dan honderd talen in zestig landen. De screener is constant in ontwikkeling gebleven en er zijn nu ook verschillende vormen beschikbaar. Denk hierbij aan een telefonische screening of een vorm voor blinden, maar ook de app–versie is beschikbaar. Het onderzoek waarin de MoCA gebruikt wordt groeit met gepaste snelheid. Aan het begin van dit promotietraject waren er slechts enkele studies die de bruikbaarheid en toepasbaarheid van de MoCA in de verslavingszorg hadden onderzocht. Het aantal gepubliceerde artikelen over dit onderwerp is inmiddels gestaag gegroeid en groeit sindsdien nog steeds.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0