Adriëtte Oostvogels

hebben en hoe deze de cardiometabole uitkomsten beïnvloeden. Bovendien kunnen nu door de kinderen zelf-gerapporteerde verschillen in eetlust, verzadiging en voedselvoorkeuren onderzocht worden tussen kinderen van moeders met een normaal gewicht en overgewicht. Uit dit proefschrift blijkt dat er op elk moment gestart kan worden met de preventie van overgewicht in kinderen, voor de zwangerschap, tijdens de zwangerschap, of in de eerste levensjaren. Echter, interventies die zich richten op gedragsaanpassingen voor de zwangerschap, zouden niet alleen op korte termijn (prenataal), maar ook op lange termijn (postnataal) kunnen zorgen voor een gezondere omgeving van de kinderen. In de Jeugdgezondheidszorg zou extra aandacht moeten zijn voor meisjes van moeders met obesitas, omdat zij gevoeliger zijn voor de gevolgen van overgewicht van de moeder dan jongens. Ook is er speciale aandacht nodig voor kinderen van een laag sociaaleconomische afkomst, omdat ze mogelijk nog geen overgewicht hebben in de eerste twee jaar, maar dan snel in BMI toenemen, totdat ze de hoogste BMI hebben onder kinderen met overgewicht. Tot slot, kan een integraal preventieprogramma, zoals de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht, waarbij zowel zorgverleners, scholen als de gemeente samenwerken een bijdrage leveren aan de preventie van overgewicht bij kinderen. 256

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw