Enrico Martin

301 Samenvatting zelden worden uitgevoerd. Zenuwen regenereren traag; dit kan mogelijk een extra reden zijn voor chirurgen om deze reconstructies niet te overwegen. Wij hebben voor die reden alle casussen in de literatuur gereviseerd die uitgevoerd zijn na de resectie van extremiteit WDT. We vonden 19 studies over 26 patiënten. De meeste zenuwreconstructies waren uitgevoerd in de bovenste extremiteiten, in tegenstelling tot functionele reconstructies over het algemeen. Zenuw graft procedures werden het vaakst toegepast. De meeste patiënten herstelden minstens iets aan motorfunctie en sensibiliteit. Reconstructies in de bovenste extremiteiten waren echter succesvoller dan in de onderste extremiteiten. We vonden geen invloed van multimodale therapie op functionele uitkomsten na zenuwreconstructies. Hoofdstuk 10 Huidige Houding tegenover Functiebehoud Gezien functionele reconstructies zelden worden uitgevoerd en verschillende chirurgische subspecialismen MPNSTs tegenkomen en opereren, kunnen we meer leren over de houding van chirurgen ten opzichte van dergelijke reconstructies. In dezelfde survey als in Hoofdstuk 5 hebben wij respondenten vragen gesteld ten aanzien van postoperatieve morbiditeit en het gebruik van functionele reconstructies in MPNST. In totaal hebben 174 chirurgen de survey ingevuld. Chirurgen rapporteerden hoge prevalenties van postoperatieve neuropathische pijn (40.9%) en motorische uitval (36.7%). Er was geen verschil tussen verschillende specialismen. Functionele reconstructies voor het herstel van motorische of sensibele uitval werd echter alleen vaker door plastisch chirurgen overwogen. Desondanks waren de meningen gelijk verdeeld tussen specialismen betreffende relatieve contra-indicaties. Veel chirurgen waren onzeker over het uitvoeren van reconstructies indien radiotherapie werd toegepast. Gezamenlijk kwamen alle specialismen uit op een gemiddelde prognose van 3 jaar alvorens men functionele reconstructies zou moeten overwegen. Dit toont aan dat chirurgen wel de mate van morbiditeit erkennen, maar oncologisch chirurgen en neurochirurgen die de meeste patiënten behandelen, vaker een reconstructief chirurg in een vroeg stadium zouden moeten betrekken. Hoofdstuk 11 Functieverlies in MPNST Hoe vaak en ernstig postoperatieve morbiditeit is na resecties van MPNST is tot noch toe nooit onderzocht op grote schaal. Dit was deels de reden voor het opzetten van de MONACO studie, een internationale samenwerking tussen 10 Nederlandse kankercentra en de Mayo Clinic om retrospectief data te verzamelen over functionele en oncologische uitkomsten in MPNST patiënten. Deze studie focuste zich specifiek op de prevalentie van postoperatieve motorische uitval en sensibele uitval van kritieke gebieden: de hand, voetzool en het zitvlak. Daarnaast werd ook het gebruik en de uitkomsten van functionele reconstructies beoordeeld. We includeerden 756 patiënten, waarvan 658 chirurgische behandeling ondergingen. Serieuze motorische uitval kwam in 27.2% van de chirurgisch behandelde patiënten voor, sensibele uitval van de handen, voeten of billen in 24.3%. Daarvan had maar 4.0% een functionele reconstructie. NF1 patiënten, A

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0