Jos Jansen

152 Appendices Nederlandse samenvatting Congenitale defecten van de glycosylering (CDG) is een groep erfelijke stofwisselingsziekten waarbij de glycosylering is aangedaan. Deze groep bevat meer dan 100 verschillende monogene ziekten waarvan de meesten in een autosomaal recessieve manier overerven. Traditioneel presenteren patiënten zich op jonge leeftijd met een multisystemisch fenotype waarbij bijna altijd de psychomotore ontwikkeling aangedaan is samen met dysmorfe kenmerken. Als gevolg van verbeterde technieken om glycosylering te analyseren worden er tegenwoordig frequent nieuwe CDG-subtypes ontdekt. In dit proefschrift beschrijf ik de identificatie van twee nieuwe CDG-subtypes in patiënten met een primair hepatisch fenotype. Additioneel hebben we glycosyleringsprofielen geanalyseerd van patiënten met ernstig leverfalen om de effecten hiervan op glycosylering te onderzoeken. In hoofdstuk 2 en 3 beschrijven we de ontdekking van CCDC115- en TMEM199 deficiëntie. We hebben 8 families geïdentificeerdmet een vergelijkbaar hepatisch fenotype en milde type 2 glycosyleringsdefecten. Reguliere work-up, waaronder whole-exome-sequencing, resulteerde niet in een duidelijke pathogene variant. Het is bekend dat defecten in subunits van de intracellulaire protonpomp (de V-ATPase) leiden tot een CDG. Wij zijn op zoek gegaan naar humane orthologen van gist-eiwitten die geassocieerd zijn met de V-ATPase en vonden CCDC115 en TMEM199 als orthologen van twee V-ATPase assemblage eiwitten. Beide eiwitten hebben in mensen een nog onbekende functie. We tonen bewijs dat beide pathogene varianten een causaal verband hebben met het fenotype. Tevens tonen we middels immunofluorescentie-proeven aan dat beide eiwitten zich in HeLa cellen bevinden in de ER-Golgi regio. De patiënten hebben een overlappend fenotype met verhoogde serum transaminases en alkalisch fosfatase, verlaagd ceruloplasmine en hypercholesterolemie. Tevens was er sprake van hepatosplenomegalie en steatose. De ernst van symptomen varieerde van mild verhoogde leverenzymen tot leverfalen waarvoor levertransplantatie noodzakelijk was. Hoofstuk 4 is een beschrijvende review waarin we mogelijke functies van beide eiwitten beschrijven. Als eerste hypothetiseren we dat CCDC115 en TMEM199 assemblage eiwitten zijn van humaan V-ATPase. We doen een voorstel waarbij beide eiwitten samenwerken om het V0 domein van de V-ATPase te stabiliseren

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0