Martijn van Teffelen

Summary/Samenvatting 175 8 SAMENVATTING Hostiliteit is een karaktertrek. Mensen met deze karaktertrek voelen zich vaak boos, hebben last van vijandige gedachtes en kunnen zich agressief gedragen. Hostiliteit kan leiden tot interpersoonlijk geweld, hartziekten en suïcidaliteit. Hostiliteit vormt een probleem binnen de huidige geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Hostiliteit lijkt namelijk net zo veel voor te komen als depressiviteit of angst en is vaak een belangrijke reden voor patiënten om hulp te zoeken. Gek genoeg kent hostiliteit geen ‘diagnose’, terwijl het wel de ernst van psychische aandoeningen en de kans op het vroegtijdig stoppen van een behandeling verhoogd. Om deze reden kan hostiliteit gezien worden als een fenomeen dat diagnoses overstijgt, oftewel een transdiagnostisch fenomeen. Het huidige proefschrift is geschreven om een beter begrip te krijgen van de aard van hostiliteit en hoe het opgewekt en verminderd kan worden. Dit werd verdeeld in drie hoofddoelen: het onderzoeken van de dimensionele structuur van hostiliteit ( hoofdstuk 2 ); het vergelijken van methoden die hostiliteit opwekken in het laboratorium, en hoe psychopathische en narcistische persoonlijkheidstrekken deze relatie beïnvloeden ( hoofdstuk 3 ); en het ontwikkelen van nieuwe manieren om het behandelaanbod voor hostiliteit te bevorderen ( hoofdstukken 4 , 5 en 6 ). In het volgende deel worden de belangrijkste bevindingen uitgelegd en samengevat. Een probleem binnen hostiliteitsonderzoek is dat onderzoekers vaak dezelfde term voor verschillende fenomenen, of verschillende termen voor hetzelfde gebruiken. Dit reflecteert mogelijk een gebrek aan consensus in de bevindingen van studies die onderzoek doen naar de dimensionele structuur van hostiliteit. Zo rapporteren studies factorstructuren bestaande uit ergens tussen de twee (bijvoorbeeld, ervaring en expressie) en vier (bijvoorbeeld, vijandige gedachtes, boze gevoelens, verbale agressie en fysieke agressie) dimensies. In hoofdstuk 2 onderzochten we of een hiërarchische modelstructuur deze verschillen kan verklaren. Gelijk aan fenomenen, of constructen als ‘narcisme’ en ‘vriendelijkheid’ voorspelden wij dat hostiliteit uitgedrukt kan worden als een construct met een hiërarchische opbouw of, met andere woorden, een construct dat geïnterpreteerd kan worden op verschillende niveaus van specificiteit. De bevindingen van hoofdstuk 2 bevestigden deze hypothese. Specifiek toonde hiërarchische factor analyse aan dat er sprake is van vijf specificiteitsniveaus binnen hostiliteit. Op het hoogste, meest abstracte niveau kan hostiliteit uitgedrukt worden als één dimensie, gekarakteriseerd door een lage drempel om boosheid te ervaren en er fysiek of verbaal agressief op te reageren. Op het laagste, meest specifieke niveau is hostiliteit gekarakteriseerd door één cognitieve, één affectieve en drie gedragsmatige dimensies (i.e., sociaal, verbaal en fysiek agressief gedrag). Deze structuur lijkt de verscheidenheid in resultaten van voorgaande psychometrische studies te verklaren.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0